5&r 16 DECEMBER 1966. De heer QUADEKKER zegt dat in het centraal rapport een vraag is gesteld over een aantal opleidingsinstituten dat Breda zo gelukkig is te bezitten, zoals het Nationaal Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme, de Academie voor Beeldende Kunsten St. Joost, de Welfare-opleiding van de Zonnebloem, de Sociale Academie Markendaal, deH.T.S. "St. Virgilius" etc. en waar jongelui studerende zijn, die geen gelegenheid hebben om op behoorlijke wijze in hun huisvesting te voorzien. Het ant woord geeft spreker aanleiding tot twee opmerkingen. Er staat "wij blij ven deze aangelegenheid met gepaste attentie en welwillendheid vol gen". Stel je voor, aldus spreker, dat met ongepaste attentie en met ongepaste welwillendheid zou worden gevolgd, dan kwam de zaak hier helemaal niet ter sprake. Bovendien zegt het hele antwoord, dat 10 of 12 regels telt, niets. Spreker zou graag willen weten wat het college nu werkelijk denkt te doen, dan alleen maar gepast te volgen. Mevrouw DE BONTE heeft uit het antwoord bemerkt dat de gemeen te indirect wel mogelijkheden ziet voor de huisvesting van alleenstaan den. Wethouder Vermeulen heeft gisteren aangehaald, dat er zeer veel wordt gedaan voor alleenstaanden. Zij wil wel opmerken dat er toch ook veel alleenstaanden zijn - en dan denkt ze niet direct aan personen rond de 25 jaar, maar aan ouderen van 40 a 50 jaar - die niet in staat zijn hoge huur in de vrije sector te be talen. Zolang het niet mogelijk is deze mensen in vrijgezellenflats op te ne men, zou zij graag zien, dat kleine flats in de woningwetsector aan mensen, die daarvoor in aanmerking komen worden verhuurd. Zij is van mening dat een alleenstaande van boven een bepaalde leeftijd, maar die qua inkomen niet in een vrije sectorwoning terecht kan, toch ook recht heeft op huisvesting. Haar zijn mensen van 50 jaar bekend, die nog nooit in het bezit zijn geweest van een eigen woning. Zij waren dus nog niet in staat behoorlijk een particulier leven te lei den; Dit is een zeer ongewenste toestand. Zij verzoekt met klem, zolang het niet mogelijk is huizen te bouwen voor alleenstaanden, in elk geval een deel van de kleine flats te ver huren aan alleenstaanden. De heer KROON wil nog even terugkomen op het antwoord, dat hij heeft gekregen op zijn vraag over vrijgezellenflats. Concreet wil hij stellen dat het toch mogelijk moet zijn om 4 kamerflats uit de woning wetsector te splitsen in 2 x 2 kamerflats. Hierdoor krijgt men dus mo gelijkheden meer vrijgezellen aan woonruimte te helpen. Wethouder VAN BOXTEL meent dat wat betreft toewijzen van wonin gen door bedrijven er voor de gemeente weinig anders mogelijk is. Op pagina 85 ziet men dat met bepaalde bedrijven regelingen zijn ge troffen. Onder punt c staat een grens vermeld ten aanzien van de ver houdingen tussen inkomsten en huurgrootte. Wat betreft die bedrijven wil spreker heel duidelijk zeggen dat het al of niet via secundaire arbeidsvoorwaarden tegemoetkomen van huur of wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 683