1
16 DECEMBER 1966.
zou
in-
rvan
l.
van
ing
x na-
n.
e
de
is
De problemen van de vraag zijn als zodanig te onderkennen. Met na
me in de particuliere sector is er op dit punt echt wel iets gebeurd.
Spreker heeft nu geen cijfers bij de hand, maar kan wel zeggen dat het
vrij frequent voorkomt, dat alleenstaanden via het gemeentelijk aan
deel van de fifty-fifty-regeling, dan wel via het aandeel van de beleg
ger in aanmerking komen voor woonruimte in de particuliere- of pre
mie sector. Het recht op huisvesting is inderdaad nooit in discussie ge
weest. Hier spelen veel meer de mogelijkheden en die zijn uitermate
beperkt.
Spreker wil mevrouw de Bonte er wel op attenderen dat indien het vraag
stuk kwantitatief zo omvangrijk zou zijn als zij suggereerde, dit niet
in overeenstemming is met verzoeken die het gemeentebestuur in die
richting ontvangt.
Het is hem wel bekend, dat 60 70 gevallen zijn mislukt, maar het
aantal is, nummeriek gezien, echt niet zo groot. Misschien dat deze
opmerking tot gevolg heeft dat de aanvragen stijgen, dat moet maar
worden geriskeerd.
and.
van
neen-
an-
?e
die
Dat
aar-
Zo simpel als de heer Kroon suggereerde een bestaande flat door
midden te kappen, is de zaak natuurlijk niet. Daarbij komt ook een
functioneel element te pas van bijbehorende ruimten, bijbehorende in
gangen, allerlei functionele ruimten binnen een huis. Wil men deze
richting uitdenken, dat moet tot een totaal eigen project worden geko
men, speciale bouw voor alleenstaanden.
Bestaande flats kunnen moeilijk in deze richting worden verbouwd.
De heer QUADEKKER meent dat men juist met de gemeente is gaan
praten omdat er geen sluitende exploitatie is te krijgen. Wanneer men
naar Utrecht kijkt, ziet men dat er een behoorlijk aantal studentenflats
zijn gebouwd waarvoor men in een heel lange rij staat.
ge
et
'oor
ge-
het
ko-
dig
an-
de
is
Er zal toch wel enig initiatief zijn te ontplooien, vraagt hij zich af.
Hier is nu een geweldig flatgebouw gekomen, waarheen ons belasting
geld moet worden gebrabht. Daardoor komt het oude belastingkantoor
vrij.
Is daar niet een mogelijkheid te scheppen, woonruimte voor 30 40
studenten te maken. In dit verband denkt spreker ook aan de pastorie
in de Ginnekenstraat, als die tenminste niet wordt afgebroken. Misschien
kunnen daar ook vijftien jongelui wonen. Spreker geeft hier maar wat
suggesties en gelooft dat wanneer er met voortvarendheid iets aan wordt
gedaan, toch tot iets kan worden gekomen.
De heer VAN DER WERFF merkt op dat een pastoor is 15 St. Joostle-
den.
m-
en
De heer VAN DUIjL zegt met het antwoord van de wethouder voor
een groot deel wel mee te kunnen gaan. Hij is ermee akkoord dat een
deel van de toewijzingen aan de bevoegdheid van het college ontgaat.
Anderzijds zou hij graag aandacht geschonken zien aan de toewijzingen
van woningwetwoningen. Concreet kan spreker een geval noemen, hij
wil dit echter niet op deze plaats doen, maar zou eventueel graag er