b9i 16 DECEMBER 1966. Breda is dat niet het geval. Waar het hier een kwestie van ruimte is, is hij van mening, dat niemand daarvoor geld kan claimen. De V. V. D„ heeft er geen bezwaar tegen en zal er zelfs op aandringen als dat nodig mocht zijn dat er gelden voor onderwijskundige voorzieningen beschik baar gesteld worden, mits er een verantwoorde en concrete bestemming is. Spreker is er een grote tegenstander van, dat er uitgaven gedaan zou den worden ter wille van de uitgave of met andere woorden omdat men een zeker parallellisme ziet met andere steden. Toen wethouder Broeders nog fractievoorzitter van de K, V.P. was heeft hij duidelijk zijn instemming betoond met de door de heer Vis en de door hem ontwikkelde visie betreffende de schoolvoorzieningsdiensten, die wellicht onverzuild en alles omvattend voor Breda een wezenlijke aan vulling zouden kunnen en moeten worden. Spreker hoopt, dat de wethouder, vooruitlopend op betere tijden in finan cieel opzicht - het zou dwaas zijn om dat hier niet uitdrukkelijk bij te stellen - coördinerend en stimulerend zal willen werken. Gelukkig zegt spreker, heeft hij bij de algemene beschouwingen van de wethouders van Boxtel en Broeders al gehoord, dat er speciaal op het gebied van het ka tholiek onderwijs weer besprekingen gaande zijn over een grotere bunde ling. Het klimaat daarvoor begint naar spreker's mening een zekere rijpheid te vertonen, In dit verband wijst hij op het jaarverslag 1965 van de Vereni ging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel waar in een artikel, getiteld "Geen stiefkinderen" opgeroepen wordt tot reorga nisatie en heroriëntatie in protestantse kring en waarin de schrijver zich verzet tegen de dooddoeners als "het historisch gewordene" dat daardoor als het ware gekanaliseerd zou worden en dat consequent gehandhaafd zou moeten worden. Hij meent dat deze positieve geluiden bepaald de mogelijkheid bieden om alles te bereiken wat maar enigszins mogelijk is. In de algemene beschouwingen van de heer Kroon heeft spreker beluis terd het verzoek om voorlichting aan de rijpere jeugd ten aanzien van het verkeersgedrag. Hij meent, dat daar wel iets in zit en daarover werd ook reeds gediscussieerd, doch hij denkt bij voorlichting aan de rijpere jeugd aan een ander soort verkeer, waarvan de regels vaak ook niet he lemaal bekend zijn of de consequenties van handelingen niet tijdig over zien worden. Misschien zóu de wethouder zich over dit probleem ook eens willen buigen om te kijken wat daaraan te doen is. In ander verband sprak de geachte fractievoorzitter van de de prot.chr, fractie over "kunst grepen", maar hij leek daarbij in niets op de magische el-greco-achtige- geallangeerd gerichte cultuurverkondiger Pierre J, De heer VIS zegt, dat bij de arbeidsverdeling in zijn fractie het toe valligerwijze zo is, dat onderwijs en cultuur opgesplitst zijn, zodat hij er geen moeite mee heeft zich te beperken tot het onderwijs. De heer van der Werff heeft daarover reeds een uitvoerige beschouwing gehou den, waarbij hij zich voor een groot deel kan aansluiten, zodat hij hoopt zijn betoog te kunnen bekorten. Spreker meent, dat het antwoord op de vraag ten aanzien van de planning van het onderwijs te Breda met be trekking tot het kleuteronderwijs en het lager onderwijs bevredigend is. Ten aanzien van het buitengewoon lager onderwijs is het iets moeilijker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 691