545 16 DECEMBER 1966. van zij zich terdege bewust moet zijn. Naar mate er meer inzicht inde- ze materie ontstaat en er meer contact over plaats heeft zullen de mo gelijkheden groter worden. Spreker zegt graag toe, dat hij van zijn kant waar dat mogelijk is de groei mede zal stimuleren. Hoe dat precies zal moeten en hoe dat precies zal kunnen, daarover durft hij nu nog geen uitspraak te doen. Als dit in Breda zou worden aangepakt zou dat ook financiële consequenties hebben, doch spreker meent dat de raad des ondanks toch wel te kennen heeft gegeven hier voor te voelen. Voor wat de planning in het onderwijs, waar de heer Vis over gesproken heeft, betreft zegt spreker dat hij eens heeft nagegaan welke soortb. 1. o. - scholen er te Breda zijn en hoeveel leerlingen ze hebben. Hij is tot de conclusie gekomen, dat er te Breda nogal een rijke verscheidenheid aan scholen is; er zijn scholen voor slechthorende kinderen, scholen voor blin de en slechtziende kinderen, scholen voor lichamelijk gebrekkige kin deren, scholen voor kinderen lijdende aan t. b. c.asthma, epilepsi. Er is bovendien een school voor ziekelijke kinderen in oprichting en er zijn drie scholen voor zwakzinnige kinderen, een school voor kinderen wier ouders een trekkend bestaan leiden, een school met leer- en op voedingsmoeilijkheden, twee zelfs en in totaal volgen 1558 kinderen dit soort onderwijs. De heer Bayens zegt bij interruptie, dat er ook nog de school voor blinde gehandicapte kinderen in de Blauwe Kamer is. Wethouder Broeders zegt, dat dit de enige school is, die niet op zijn lijst staat. Hij is bereid de planning eens in de afdeling voor onderwijs ter tafel te brengen. De planning voor het voortgezet onderwijs, waar de gemeentemaar zijdelings bij betrokken is, is voor spreker op dit mo ment een moeilijke zaak. De taak die de gemeente hierbij heeft is hem nog niet helemaal duide lijk. Hij heeft hierover al eens een gesprek gehad met de inspecties en hij is vast van plan, dat gesprek nog eens voort te zetten. Bij de vaststelling van uitbreidingsplannen moet ook met de planning van scholen rekening worden gehouden. Het is spreker bekend, dat er te Tilburg een school bestaat voor economisch en administratief onder wijs en hij weet niet of er te Breda aan een dergelijke school wel behoef te bestaat. De kwestie van de voorlichting aan de ouders inzake de schoolkeuze en beroepsvoorlichting heeft de volle aandacht van het college. Aan het boekje waarnaar gevraagd is, is reeds gewerkt. Spreker is er echter niet van overtuigd, dat dit de beste wijze van voor lichting is. Hij wil eens onderzoeken op welke manier daaraan het bes te aandacht kan worden besteed. Het is een kwestie van wat er op dit punt in de onderwijswereld leeft en van presentatie aan de ouders en van een duidelijk bekend informatie punt waar ouders en leerlingen terecht kunnen. Tot slot zegt spreker, dat hij aan de detaillist Bayens nu geen ant woord kan geven. Over de door hem gestelde vragen is hij wel bereid in de afdeling voor onderwijs eens van gedachten te wisselen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 698