16 DECEMBER 1966.
-5461
De VOORZITTER zegt dat de heer van der Werff weer eens opnieuw
de splitsing van onderwijs en cultuur over twee wethouders aan de orde
heeft gesteld. Spreker gelooft niet dat onderwijs en cultuur niet ge
splitst zouden kunnen worden. In de fractie van P. v. d. A. zijn ze dat
ook en het blijkt derhalve wel, dat men in die fractie de mogelijkheid
en hoogst waarschijnlijk ook wel de wenselijkheid van de splitsing heeft
ingezien om tot een goede behandeling van die zaken te kunnen ko
men. Er zijn tenslotte ook nog andere combinaties mogelijk, combina
ties waarvoor ook nu een splitsing bestaat. De persoonlijke interesses
mogen hierbij ook een rol spelen.
Deze persoonlijke interesses zijn toevalligerwijze aanleiding geweest
voor deze splitsing.
De heer BA YENS zegt, dat ook in zijn fractie onderwijs en cultuur
gesplitst zijn. Verder zegt hij dat het niet zijn bedoeling is geweest
om op de door hem gestelde gedetailleerde vragen nu een antwoord
van de wethouder te krijgen.
Met een bespreking van deze zaken in de afdeling voor onderwijs kan
hij zich verenigen.
De wethouder is niet ingegaan op zijn vraag of de hoofden van scholen
betrokken mogen worden bij het opmaken van de begroting voor hun
school.
Reeds in april/mei worden die begrotingen gemaakt en dat is tijdig ge
noeg voor hen om hun wensen en verlangens naar voren te kunnen bren
gen.
Misschien zouden de bedragen hierdoor wel eens hoger kunnen komen
te liggen. Verder zegt spreker, dat het niet zijn bedoeling is om het
voorstel met betrekking tot artikel 55 quater in stemming te brengen.
Hij zegt alleen er op te hebben willen wijzen, dat Breda achter ligt,
ook al heeft de wethouder de bedragen van Breda, Tilburg, Eindhoven
en 's-Hertogenbosch met elkaar vergeleken. Vandaag is in de Stem
van Midden-Brabant te lezen, dat in een gemeente niet ver van Breda
de samenwerkende schoolbesturen een begroting hebben opgesteld. Door
de gemeente was het bedrag per leerling gesteld op 80,- en tenslotte
is men door de samenwerking van de schoolbesturen gekomen totflOO, -
per leerling, nadat de schoolbesturen eerst 118, - hadden gevraagd.
De burgemeester is er tegen opgekomen, omdat hij van mening was dat
het geld er niet voor was.
Men is gaan rekenen en tot de conclusie gekomen dat het bedrag van
100, - de gemeente in totaal 10.000, - meer gaat kosten en men
eeft die 10. 000, - toch gevonden. Wat de heren Vis en van der
Werff ook al hebben gezegd kan spreker direct onderschrijven namelijk
dat er geen uitkering moet zijn om de uitkering. Men moet de bedra
gen niet gaan verhogen omdat dat in andere plaatsen ook gedaan wordt.
De wethouder heeft gezegd, dat voor de gymnastiek 6,55 en voor
het zwemmen 4, - per leerling uitgekeerd wordt. Samen zou datuit-
komen op een bedrag van 98,55.
Spreker gelooft dat de wethouder zich hier vergist heeft, want d^eƒ4, -
voor het zwemmen, dat is alleen voor de leerlingen van de 5e klassen.
De leerlingen van de andere klassen gaan niet zwemmen.