yytr 16 DECEMBER 1966. Spreker hoopt, dat het met de kunstijsbaan niet zal gaan als met de wielerbaan en daarom dacht hij dat een beetje stimulering van over heidswege geen kwaad zou kunnen. Bij alle activiteiten op het terrein van jeugd en sport heeft hij de indruk dat het vormingselement vergeten wordt. Het minste wat men kan doen is het bijbrengen van een verdere ontwikkeling van het verantwoordelijk heidsgevoel. Elke aandacht voor dit belangrijke onderdeel is nog te ge ring; het is belangrijk voor betrokkene, voor het gezin en ook voor de samenleving. Het beleid in grote lijnen op dit gebied wordt door spreker's fractie ge steund en hij zou dat beleid zo willen laten, omdat de kans op versto ring aanwezig is. Er rijzen bij spreker nog wel enkele brandende vragen rondom de problematiek van de subsidiëring van de beroepssport, doch hij wil daar op dit moment niet nader op ingaan om in het geheel fric tie te voorkomen. Mevrouw JAGER zegt, dat er niets beter is voor de gezonde ontspan ning van de jeugd als de beoefening van sport. Hoe meer accommodatie er komt hoe beter. Er worden enorm grote bedragen gevoteerd voor de bouw van een sporthal en dergelijke. Zij vraagt om bij de aanleg van sportvelden goede deskundigen in te schakelen omdat zij een uitgebrei de ervaring hebben met betrekking tot bodemgesteldheid en drainage, hetgeen in ons drassige land zo hard nodig is. Men loopt dan ook niet het risico dat speelvelden, te denken valt hier bij aan het complex Burg. de Manlaan, vele maanden per jaar totaal onbespeelbaar zijn ook na enkele uren regen. Alleen dan zijn de grote bedragen voor dit nuttige doel namelijk de sportbeoefening door de jeugd verantwoord. De heer VAN BANNING zegt, dat voor het ontwikkelingswerk NKV, afdeling Breda, een bedrag uitgetrokken is van 1. 050, --. Dit heeft bij hem de gedachte opgeroepen, dat aan dit ontwikkelingswerk een vast plan ten grondslag ligt. Toen hij hierover vragen heeft gesteld was het antwoord dat de NKV, afdeling Breda, zich momenteel beraadt over de vorm van het ontwikkelingswerk en dat het wenselijk lijkt de ziens wijze van de NKV af te wachten, voordat nadere informatie wordt ge geven. Als spreker goed is ingelicht zal in 1966 over het bedrag van 1.050, - niet beschikt worden. ij vraagt of het college de zienswijze van de NKV reeds heeft verno men. De heer SPANJER zegt, dat het jeugdwerk een wezenlijk deel uit maakt van het maatschappelijk leven en dat het daarvan niet los gezien kan worden. Dit is geen uitspraak van hem maar een citaat uit de jeugd nota van 1962. Hij heeft nagegaan wat sinds het verschijnen van de jeugdnota gebeurd is en hoe de situatie te Breda was voor deze jeugdno- ta verscheen. De leden kunnen dit allemaal in de jeugdnota vinden. Spreker wil hier noemen de onderzoekingen van het Hoogveldinstituut in 1953 en 1957, de raadsbesluiten van 15 mei 1957 en 18 juli 1958, waarbij richtlijnen werden vastgesteld voor de subsidiëring van ruimte- biedende gelegenheden, het in het leven roepen van de jeugdadviesraad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 715