16 MAART 1966.
71
De VOORZITTER zegt dat de notulen te vroeg zijn toegezonden en dat
ze op de volgende agenda zullen worden geplaatst.
De heer KROON zegt dat bij de ingekomen stukken, jaarstukken van
de openbare leeszaal en van de r.k. openbare leeszaal ter inzage zijn ge
legd. Hij zegt ze niet te hebben kunnen lezen en vraagt of ze volgende
keer nog eens ter inzage gelegd kunnen worden.
De VOORZITTER zegt dit toe.
Hierna worden de stukken la tot en met u voor kennisgeving aangeno
men.
ANTWOORDEN OP DOOR RAADSLEDEN GESTELDE VRAGEN.
VRAAG.
De heer VAN DER WERFF zegt dat de zebravoetgangersoversteekplaats
in de Graaf Hendrik III laan aan de kant van de Julianalaan in een deso
late staat verkeert. De stenen vliegen eruit, maar desondanks is het er
glad.
Hij verzoekt aandacht voor deze oversteekplaats.
ANTWOORD.
Het zebrapad in de Graaf Hendrik III laan nabij de Julianalaan werd uit
gevoerd in wi't-zwart FG-stenen in specie.
Na de vorstperiode in november kwamen deze stenen los, vermoedelijk
in verband met "opdooi".
In de natte decembermaand en in de vorstperiode in de maand januari
1966 was herstel steeds onmogelijk. Dit herstel heeft inmiddels plaatsge
vonden.
VRAAG.
De heer VAN GASTEL zegt dat bij de antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen met betrekking tot de terreinafscheiding van het perceel
felegen op ae hoek van Goorstraat/Dr. van Mierlostraat, gesteld is, dat
et betreffende terrein, waarop "de afscheiding" is geplaatst een braak
liggend terrein is. Spreker's vraag had betrekking op "de afscheiding",
omdat deze bepaald niet fraai is en harmoniërend met de omgeving.
In het antwoord wordt ook gezegd dat "deze afscheiding" in het ongerede
is geraakt.
Dit was hem niet bekend en hij heeft dit zelfs tot kort vóór de aanvang
van de vergadering van vandaag niet kunnen constateren.
Nu de afscheiding dan toch in het ongerede is geraakt verzocht hij direct
maatregelen te nemen om tot een goede afscheiding te komen.
ANTWOORD.
Van gemeentewege is met de eigenaar van het bedoelde perceel contact