f a. sr
16 DECEMBER 1966.
naar die dit moet doen een uitermate moeilijke zaak is. Indirect ko
men de grote subsidies terecht bij de horecabedrijven en dat is toch
niet de bedoeling. Het is wel een korte weg. Het is toch ook nog eige
naardig zegt spreker, dat de VVV naar zijn vaste overtuiging niet leeft
in horecabedrijven. Door de VVV worden ontzettend veel uitgaven ge
daan voor het trekken van buitenlandse gasten.
We weten allemaal, zegt spreker, dat Breda geen stad is om buitenlan
ders te trekken.
Op de lijst van overnachtingen voor buitenlanders komt Breda als 4e
voor, maar dat zijn allemaal overnachtingen van één nacht.
De heer VAN CAULIL zegt, dat als men toch doorgaat met kritiek
te leveren op de VVV en men er steeds maar op blijft hameren waarde
baten van het toerisme naar toegaan, hij aan de hand van cijfers een
verhaal zou kunnen ophangen waar de heren van zouden staan kijken.
Als hij cijfers zou gaan noemen, zou men toch wel heel anders gaan
opkijken tegen deze gastheer, die de VVV in feite is.
Als het gemiddeld bedrijf 8, - per overnachting vraagt en men be
kijkt dan eens de kostprijsberekening en het werk dat daarvoor gepres
teerd moet worden, dan komt men tot de conclusie dat dit soort werk
voor een heel gering winstpercentage gedaan moet worden. Laten we
blij zijn, zegt spreker, dat er nog mensen zijn, die dit werk voor de
ze prijs willen doen. Zij alleen nog in staat om voor een paar centen
Breda de inkomsten van het vreemdelingenverkeer te verschaffen. Hij
vindt het jammer, dat iemand, die met deze zaken helemaal niet op
de hoogte is, hier gaat vertellen wat de vreemdeling die hier komt
meemaakt. Hij zou het tegendeel kunnen bewijzen namelijk dat Breda
zeer in trek is voor gezelschappen die hier vier of vijf dagen blijven.
Meermalen heeft spreker erop gewezen dat Breda door zijn geografische
ligging de aangewezen plaats is voor het opvangen van vreemdelingen.
Als men blijft volhouden, dat de mensen uit de horecabedrijven nog
moeten betalen van het gering bedrag dat ze verdienen, terwijl ze reeds
op verschillende manieren betalen, dan kan spreker dit alleen maar
diep betreuren.
Als van de VVV naar voren wordt gebracht, dat het cadeaux geeft dan
dóet men er goed aan te bedenken, dat die cadeaux door het zakenle
ven zijn betaald en dat de VVV dit alleen doet om reclame te maken
en om zo te laten zien wat er allemaal te krijgen is.
Spreker vindt het kleinzielig om telkens maar weer naar de horecabe
drijven te wijzen op alle mogelijke punten, alsof dit alleen maar be
drijven zijn die op alle mogelijke manieren het gebruik van drank aan
wakkeren. Men doet er goed aan ook eens te bedenken, dat de houders
van horecabedrijven heel hard moeten werken om een klein bedrag te
verdienen en dat zij daarvoor toch ook steeds aan de zelfkant van de
samenleving zitten.
De heer BA RIJ zegt graag een reactie te hebben van de wethouder
op het geluid, dat men in eerste instantie heeft kunnenhoren vanuit de
VVV-hoek, waar er werd gesproken over een verkapte wethouder. De
heer van Werkhooven sprak namelijk zijn vrees uit, dat de wethouder
wel eens van zijn stoel verdrongen zou kunnen worden.