lb
5»
16 DECEMBER 1966.
Wethouder VAN BIJNEN zegt vanavond al meer bedreigd te zijn en
dat hij er toch nog zit en zal proberen er te blijven zitten. Hij zal
slechts van zijn plaats kunnen worden verdrongen door de raad en nooit
door de directeur van de VVV. Spreker meent, dat de heer van Werk-
hooven gesuggereerd heeft, dat de directeur van de VVV zich bemoeit
met zaken, die alleen maar het gemeentebestuur aangaan en dat hij
niet bedoeld heeft te zeggen, dat genoemde directeur tracht de wethou
der van zijn stoel te verdringen.
Men kan, zegt spreker, bezwaar hebben tegen de wijze van subsidié-
ring, maar men mag er geen verschil van mening over laten bestaan,
dat het algemeen belang vordert, dat aan de VVV een behoorlijk sub
sidie wordt gegeven. Hij heeft niet gezegd, dat alleen maar de hore
cabedrijven verdienen aan de activiteiten van de VVV maar ook toe
leveringsbedrijven van de gehele stad. Met de gemaakte opmerkingen
zal in het volgende jaar of in de volgende jaren rekening worden ge
houden, doch spreker kan nog geen enkele toezegging doen omtrent
datgene wat zal moeten gebeuren als de VVV het nieuw gebouw betrok
kenheid heeft.
Hierna wordt hoofdstuk X zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Ook de hoofdstukken XI, met inbegrip van het voorstel tot wijziging
van de verordening op de heffing en invordering van een belasting op
honden, XII, XIII en XIV worden zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Ook de begrotingswijzigingen van de algemene dienst, de leningsdienst,
het vervoerbedrijf en de wijzigingen die samenhangen met de raadsbe
sluiten worden ongewijzigd vastgesteld.
Hierna wordt de gehele begroting voor het dienstjaar 1967 zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
De VOORZITTER zegt, dat er nog geen tekenen zijn, die erop wij
zen dat hij de volgende begrotingsbehandeling niet meer zal meema
ken, maar dat hij toch wel wil aannemen, dat dit niet het geval zal
zijn en dat hij me de op grond daarvan zijn voldoening wil uitspreken
voor de wijze van behandeling van de begroting 1967.
Men kan, zegt spreker, wel eens een beetje angst hebben als men ziet,
dat mevrouw Jager alles door een donkere bril bekijkt, doch eerlijk
heidshalve moet hij er aan toevoegen, dat dit geen invloed heeft ge
had op de behandeling van de begroting.
Mevrouw van Mierlo was tijdens de behandeling nogal gul met het ge
ven van knikjes, maar het is de vraag of die knikjes goedkeurend be
doeld zijn. Vastgesteld mag echter worden, dat deze begrotingsbehan
deling voor het college bijzonder plezierig is geweest. Twee leden van
het college hebben als wethouder voor het eerst een begrotingsbehan
deling meegemaakt en zij hebben de vuurproef op een uitstekende wij
ze doorstaan.
Spreker dankt de raad voor de bijzonder prettige wijze waarop deze be
groting is behandeld en hij voegt daaraan nog toe, dat deze begrotings
behandeling als voorbeeld kan dienen voor nog volgende begrotingsbe-