72 16 MAART 1966. opgenomen, ten einde tot een verantwoorde afscheiding van dit perceel te komen in afwachting van de bebouwing van het thans nog braakliggend terrein met inachtneming van de vigerende bijzondere voorgevelrooilijn- voorschriften. VRAAG. De heer VAN DER WERFF vraagt zich af of het niet gewenst is op het kruispunt Wilhelminasingel/Claudius Prinsenlaan en op de hoek Claudius Prinsenlaan/Hertog Janlaan een bord met "attentie fietsers" of iets derge lijks te plaatsen, zulks vooral ter wille van de ter plaatse onbekende auto mobilisten die trachten door het oranje licht (en zelfs het rode) te glippen. ANTWOORD. Op de hoek Wilhelminasingel/Claudius Prinsenlaan is in de verkeerslichten cyclus een aparte fase ingebouwd voor wielrijders, die vanuit de richting watertoren in de richting St. Ignatiusziekenhuis rijden. Deze maatregel is genomen ter beveiliging van de wielrijders. De automobilisten, die vanaf de Wilhelminasingel rechtsaf de Claudius Prinsenlaan oprijden en die bij rood licht doorrijden, kunnen de wielrijders, die rechtuit gaan inderdaad in gevaar brengen. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat een automobilist, die rood licht ne- feert, wel rekening zal houden met een bordje als door vragensteller aan- evolen. Wij zien in het plaatsen van een dergelijk bordje slechts een weinig zin volle uitbreiding van het straatmeubilair. VRAAG, De heer BA RIJ wil over het agendapunt 52, dat zojuist is behandeld nog een vraag stellen. Het is hem gebleken dat de wethouder de raad niet goed heeft voorgelicht. Hij heeft gesuggereerd dat het geldelijk offer dat de overheid gebracht zou hebben weer in de kas van de overheid terug komt. In het voorstel staat echter duidelijk dat het gehele verschil tussen de opbrengst en de prijs waarvoor door de gemeente is verkocht, aan de gemeente wordt uitgekeerd. Hij vraagt of het naar aanleiding hiervan niet goed zou zijn de betreffende clausule nog eens te bekijken. ANTWOORD. In de onderhavige discussie lijkt enig misverstand te zijn ontstaan; van be wust niet goed voorlichten van de raad is evenwel geen sprake. Tot goed begrip van de zaak worde nog eens geconstateerd dat de prijs, waarvoor een woningwetwoning wordt verkocht aanmerkelijk lager ligt dan de werke lijke waarde (verkeers- of marktwaarde). Tenzij bij doorverkoop is de ver koopwaarde dus eigenlijk geen gegeven; door deze waarde wel in het geding te brengen schijnt het misverstand te zijn gerezen. Er wordt gekocht tegen een berekende verkoopprijs, zoals bekend getaxeer de herbouwkosten tegen de bekende m3-prijs voor woningwetwoningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 72