80 16 MAART 1966. omdat hij meende dat die de taal van de huisvrouwen zouden spreken en die ook volledig zouden kennen en begrijpen. Deskundigen begrijpen nooit de drempelvrees die er voor het gebruik van iets nieuws bestaat en daar om wil spreker graag weten hoe de wethouder zich het ter zake kundig per soneel gedacht heeft. Onder punt 3 staat dat het centrum zal worden gevestigd in het pand Mid dellaan nr. 7 en dat voor de verbouwing ruim een ton nodig is. Hij vindt dit een dure verbouwing, waarvan de kosten verhaald zullen worden op de kosten van het gasverbruik. In dit verband moet het hem van het hart,dat de wethouder destijds gezegd heeft dat het gas voor de consument zo goed koop mogelijk gemaakt moet worden. Spreker is van mening, dat dit een beetje onbillijke verhaalwijze zal worden. Hij kan zich namelijk voorstellen dat het gebouw na de periode van de ombouw weer voor andere doeleinden gebruikt kan worden. Op degene die dan het gebouw gaat gebruiken zouden de verbouwingskosten beter mede kunnen worden verhaald. De heer VIS zegt dat zijn fractie er geen bezwaar tegen heeft kredieten voor de aardgasombouw te verlenen, omdat dit het verlengstuk is van reeds eerder genomen besluiten. Desondanks geeft het stuk aanleiding tot het stellen van een aantal vragen. Op de eerste plaats wordt opgemerkt, dat de financieel economische verwachtingen nog van weinig betekenis zijn, zodat het niet mogelijk is de raad volledig te informeren. Volledig lijkt hem een te zwaar woord, omdat de raad over deze zaak nog nauwelijks informatie heeft gekregen. Verder wordt er gezegd dat er nog overleg wordt gepleegd over de voorwaarden waaronder de Gasunie bereid is het aardgas te leverenSprek.er vraagt zich af of er in gemeenten, die reeds aardgas hebben, geen globale gegevens te krijgen zijn, die dan aan de raad zouden kunnen worden verstrekt, zodat de raad kan weten, wat er allemaal gebeurt, Niet duidelijk is hem hoe de vergoeding van l| mil joen van de Gasunie een plaats zal krijgen in het geheel der financieel economische verwachtingen. Uit het stuk heeft spreker begrepen, dat dit bedrag in mindering gebracht moet worden van het bedrag der totale kos ten ad 11. 000. 000, -. Hij zou graag weten of deze veronderstelling juist is. Ten aanzien van de inruilvergoeding staat in het stuk dat door de gemeente tegen de normale verkoopprijs zal worden verkocht onder aftrek van een inruilvergoeding. Deze laatste vergoeding zal volgens de S. R. O. G. -rege ling aan de plaatselijke detailhandel worden gegeven. Uit de stukken is het spreker niet duidelijk geworden welke regeling is getroffen. Daarom vraagt hij of de verbruikers kunnen profiteren van de eventuele winst die door de gemeente gemaakt wordt, omdat de gemeente de apparaten en gros inkoopt. Ten aanzien van de verbouwing van het centrum vraagt spreker of die nog in de afdeling voor openbare werken behandeld zal worden. Ten aanzien van het bedrag, nodig voor de uitbreiding van personeel en geraamd op f 250.000, - vraagt spreker of dit niet wat te hoog is, omdat het hier slechts 15 of 20 personen betreft, die niet eens een heel jaar een voudig administratief- en magazijnwerk zullen verrichten. Op bladzijde 3 wordt gesteld dat de grootverbruikers een bepaalde vergoeding kunnen krijgen. Het is spreker niet duidelijk uit welk bedrag die vergoeding ge put zal worden en daarom vraagt hij of in het nu gevraagde krediet reke-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 80