16 MAART 1966. 81 ning is gehouden met de bedragen die in dit verband betaald zullen moeten worden. De heer BA YENS vraagt evenals de heer van der Werff waarom de ver bouwing van het pand Middellaan 7 meer dan een ton bedraagt, of de om bouw van blijvende aard is en wat er met het pand zal gebeuren als het niet meer voor voorlichting nodig is. De heer VAN GASTEL zegt dat onder punt 5 op pag. 3 een krediet ge vraagd wordt voor een enquête met betrekking tot industriële- en ambach telijke ombouw. Dat wil zeggen dat er inzicht verkregen moet worden om welke aantallen het hier gaat. Voor de ambachtelijke ombouw staat er al een vergoeding in namelijk tot een verbruik van 3700 m3 ovengas. Spreker vraagt, waar aan dit ontleend is en of dit mogelijk al gegrond is op een aantal cijfers of op eigen ervaring. Er is wel een regeling voor grootverbruikers, doch bij de tarieven is ener zijds sprake van huishoudelijk verbruik en anderzijds van grootverbruik. Tussen de huishoudelijke- en de grootverbruikers zit een hele grote cate gorie van "groot-kleinverbruikers". Hij denkt hierbij aan middenstandsbedrijven, agrarische bedrijven etc. die toch ook belangrijk zijn en die vaak een hele grote afname hebben. Na het in de vergadering van 15 september 1965 behandelde voorstel wor den tegemoetkomingen verleend door tariefsverlaging voor een jaarafname tot en met 3000 m3, van 3000 tot 20. 000 m3 en 9000 m3 en meer. Als deze getallen voor huishoudelijk gebruik worden gebruikt vraagt spreker zich af of het getal van 3700 m3 voor industrieel- en ambachtelijk ge bruik niet aan de lage kant is. Mevrouw DE BONTE vindt één punt voor voorlichting in de stad te wei nig. De mensen moeten zich op vrij korte termijn op de hoogte stellen over het gebruik van allerlei apparaten. Spreekster weet dat in Den Haag destijds folders zijn rondgestuurd in de afzonderlijke wijken. Uit die folders kan men dan alvast een keuze bepalen voor een eventueel nieuw aan te schaffen apparaat en in de wijk werd dan een voorlichtingsmiddag gehouden. Het komt spreekster nuttig voor de men sen wijksgewijze voor te lichten over het gebruik en de technische bijzon derheden van het aardgas bijvoorbeeld in wijkgebouwen. Huisvrouwen met kleine kinderen kunnen geen uren uit hun huishouden breken maar zij kunnen er wel een uurtje afnemen voor voorlichting in hun eigen wijk. De heer KROON zegt dat in de afdeling voor de nutsbedrijven vrijwel dezelfde vragen zijn gesteld en dat de wethouder met zijn technische staf daar zo'n uitgebreid en deskundig antwoord op heeft gegeven dat zijn frac tie het voorstel gaarne wil accepteren. Wethouder MEIJS wil eerst de vragen van mevrouw de Bonte beantwoor den. Het is natuurlijk mogelijk om in verschillende punten van de stad voorlichting te geven, doch als men beziet hoeveel de kosten van één voor- lichtingspunt bedragen is spreker van mening dat het nu gevraagde bedrag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1966 | | pagina 81