101 31 JANUARI 1968 VERKEER. Het verkeer met zijn vele problemen en zijn verdergaande onstuimi ge ontwikkeling vraagt onze voortdurende aandacht en dynamische be geleiding. Het algemeen belang is hier zo nauw bij betrokken dat mijns inziens deze raad haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de voorbespreking van raadsvoorstellen niet meer kan delegeren en op korte termijn zal moeten overgaan tot de instelling van een raadsafdeling voor verkeers zaken. De dagelijkse leiding en regeling van het verkeer zal vanuit één punt dienen te geschieden. Voorkomen dient te worden dat het treffen van urgente maatregelen stagneert door nota-uitwisseling van openbare werken en politie. Wanneer ik in "a nutshell" dan nog wat werk aan Uw smederij op zou willen dragen, dan begin ik met een oud stokpaardje, namelijk de doorlichting van de gemeentelijke bedrijven op hun efficiency. Reeds eerder wees ik U op het probleem van de aankomsttijden der treinen en de moeilijkheden die hieruit ontstaan voor de stadsdienst van de B.B. A. en de taxibedrijven. Daarnaast wil ik Uw aandacht vragen voor de minder goede treinverbindingen van Breda met het noorden en oosten des lands. Als laatste stukje van de notedop een verzoek om het aankoopbeleid ten behoeve van het wagenpark der gemeente, te centraliseren. BINNENSTAD. Mijnheer de voorzitter, toen ik gepasseerde zomer met een Schotse vriend uit de bevrijdingsperiode (een weerzien na 22 jaar) door onze binnenstad wandelde, bleef hij even staan, keek mij aan en zei: "Wel vriend, ik heb van Normandië tot in Duitsland zoveel vernielingen ge zien, dat ik echt vergeten ben dat het centrum van Breda ook zwaar werd getroffen". Om mij heen kijkend naar de vele open plekken begreep ik zijn ge heugenstoornis,hielp hem uit de droom en nam hem ijlings mee naar de Havermarkt voor een wat betere indruk van onze binnenstad. Mijnheer de voorzitter, waarom deze inleiding? De ontwikkeling of moet ik zeggen het stagneren hiervan in het bin nensingel^ Breda, vervult mij met grote zorg. Met waardering voor enige bijzonder goede partiële voorzieningen en plannen, zoals Ha vermarkt, voetgangersdomein, Markendaalseweg en plan Leuvenaar straat, blijft het totaalbeeld van de binnenstad toch ver beneden de maat, en dit door omstandigheden vaak buiten onze macht, waarbij ik denk aan financieringsproblemen, bouwcontingenten, monumen tenzorg en de militaire terreinen, installaties en accommodaties. Wat het laatste punt betreft heb ik U reeds jaren geleden gewezen op de onmogelijkheid om een harmonische binnenstadsplanning te berei ken wanneer deze obstakels niet zouden verdwijnen. Ook bij informa tieve contacten nadien heb ik nogal eens op deze zaak de aandacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 101