103
31 JANUARI 1968
Het is mij het afgelopen jaar gebleken dat tengevolge van de centrale
financiering onlustgevoelens worden afgereageerd op de dienst van
openbare werken. Er kan geen subsidie in deze raad worden verleend
of ik krijg daarna (en niet altijd even vriendelijk) te horen: mooie
boel", zet liever verkeerslichten, verbeter liever die en die weg pf
straat, enz. enz.
Nu is het niet zo'n eenvoudige zaak om te verklaren waarom voorzie
ningen stagneren en subsidies wel verleend kunnen worden en dit zeker
ten aanzien van politiek weinig geïnteresseerden.
Ik zou Uw college willen adviseren via een persconferentie of inter
view aan onze burgers duidelijk te maken waarom voor bepaalde acti
viteiten wel gelden beschikbaar zijn en anderzijds helaas urgente voor
zieningen achterwege blijven.
Sprekende over openbare werken zou ik Uw college toch nog eens met
nadruk willen wijzen op de naargeestige indruk die verschillende nieuw
bouwwijken wekken wanneer in najaar of winter na regenval van enige
omvang, de plantsoenen en bouwterreinen maandenlang geheel of ge
deeltelijk onder water staan. Behalve dat beplantingen verloren drei
gen te gaan is een desolate aanblik van een wijk toch ook niet bevor
derlijk voor Breda-Promotion.
En dan zegt men wel eens, dat het venijn in de staart zit en helaas zit
het hier ook weer.
Een zaak waar onbehagen en kritiek zich mijns inziens terecht mani
festeren is die van de wijkverwarming. De wijze waarop de directie van
het energie- en waterbedrijf voorlichting pleegt, getuigt van onbegrij
pelijke naïviteit, sticht verwarring en munt uit door het om de feiten
heendraaien.
Twee voorbeelden wil ik U niet onthouden.
In "De Stem" verklaart de directeur: "Troost U, wijkverwarmden, na
overschakeling op aardgas gaat gij minder betalen". In hetzelfde num
mer van "De Stem" een bericht: omschakeling op aardgas biedt geen
prijsvoordeel voor de wijkverwarming. Zoekt U het maar uit.
Een ander voorbeeld. Directeur verklaart: verbruikers wijkverwarming
hebben drie jaar nodig om met de installatie om te leren gaan.
Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat de directie erin zal slagen,en dan
binnen 3 jaar, om een goed functionerende en minder dure wijkverwar
ming tot stand te brengen.
Mijnheer de voorzitter, ik zou U nog een heel verhaal kunnen vertel
len, maar ik zal me beperken tot de essentiële punten en tot datgene
wat mijns inziens moet gebeuren:
- geluidshinder vindt nog steeds plaats, dan meer, dan minder. Het is
niet het ruisen van het ranke riet. Maar het is een bijzonder nare er
varing wanneer je in het holst van de nacht wakker wordt en denkt:
"Hé, wat is die buurman van mij vroeg op. Hij is bezig zijn accu
leeg te starten"Men bedenkt dan dat dit onmogelijk is omdat er in
de gehele autowereld geen accu bestaat waar men zo lang straffeloos
mede kan starten. Je gaat dan van pure ellende je bed uit en dat ziet
men niemand omdat het de buizen van de wijkverwarming zijn.