31 JANUARI 1968
108
2. De geraamde bedragen onder B 3: "bouw overdekt zwembad" zijn
zo laag dat hier kennelijk sprake is van een voorbereidingskrediet.
Voor de bouw zelf zijn geen bedragen opgenomen tot en met 1973.
Wat zijn de plannen van Uw college?
3. Onder B 7.1."wegen c.a. wordt voor 1968 1,3 miljoen min
der geraamd. Hoe is dit mogelijk gezien de zeer noodzakelijke
uitbreidingen?
4. B 14.: "overige sportvoorzieningen". ïn 1968 en 1969 respectieve
lijk 1,4 miljoen en 1,95 miljoen meer.
Deze nieuwe dienst heeft heel wat plannen in petto, maar voor
alsnog tast de raad volkomen in het duister ten aanzien van prio
riteitenbepaling.
5. In het nieuwe plan komt de post B 8: "centrale werkplaats vervoer
bedrijf", in het geheel niet meer voor. Is deze nu volkomen van
de baan?
Mijnheer de voorzitter, Uw college zou mij kunnen verwijten dat
een dergelijke vraagstelling als bovengenoemd, niet in de algemene
beschouwingen thuishoren en mogelijk meer in het vragen- en ant-
woordenspel thuishoort. Ik moge U dan op voorhand tegenvoeren dat
dit niet mijn schuld is, doch mijns inziens de simpele wijze waarop
Uw college meent de behandeling van dit investeringsplan te kunnen
afdoen.
VOLKSHUISVESTING EN WONINGBOUW.
Slechts enkele opmerkingen over deze twee belangrijke onderwerpen,
welke in de loop van de laatste jaren, steeds bijzondere aandacht
vroegen bij de algemene beschouwingen van bijna alle fractievoor
zitters. Hoewel de woningnood niet meer zoals enkele jaren geleden,
als volksvijand no. 1 behoeft te worden betiteld, vraagt het beleid
ten aanzien van de volkshuisvesting en de daarop af te stemmen wo
ningbouw nog steeds de volle aandacht en activiteit van de overheid.
De mogelijkheden om voldoende betaalbare woningen voor alle groe
peringen van de bevolking te bouwen, zijn nog steeds beperkt door
contingentering en financieringsmoeilijkheden.
Uit de laatst geproduceerde cijfers blijkt dat na een grondige contro
le toch nog altijd 2000 woningzoekenden bij het bureau huisvesting
zijn ingeschreven, waaronder ruim 650 urgente gevallen, verdeeld in
diverse rubrieken. Het is dan ook begrijpelijk dat van verschillende
fracties bij de schriftelijke behandeling vragen werden gesteld,waar
uit enige bezorgdheid spreekt ten aanzien van de voortzetting van de
werkzaamheden van het bureau huisvesting.
Uit Uw antwoord blijkt, dat Uw college zich beraadt over reorganisa
tie van de functie huisvesting. De vraag is thans of Uw beraad reeds
in een stadium is gekomen, dat nadere mededelingen aan de raad
kunnen worden verstrekt.
Wat de woningbouw betreft is de laatste jaren steeds gesteld dat onze
woningproduktie mede in verband met krotopruiming op 1300 éénhe
den per jaar dient te worden gesteld. Ook de nota inzake de grond-