Ill 31 JANUARI 1968 aandacht wordt gegeven aan goede verkeersbindingen. Dit impli ceert voor Breda een sterkere nadruk op de woonfunctie en dus wel licht nog grotere aandacht voor woningproduktie en wellicht wat minder aandacht voor werkgelegenheid; b. uitgaande pendel naar: het Roode Vaart-gebied en de Dongemond (nog onlangs werd door Zekluza met medewerking van de provincie en Rotterdam stappen ondernomen om het beoogde grote industrieterrein bij Moerdijk met voortvarendheid verder te ontwikkelen en realiseren). Het zou wel eens kunnen zijn dat Breda met zijn relatief hoog verzorgings niveau voor deze beide industriële projecties - ten opzichte waar van het gunstig is gelegen - een belangrijke woonfunctie gaat ver vullen. Op grond van het bovenstaande meen ik dat er aanleiding is voor de veronderstelling dat de pendelsituatie zo belangrijk zal zijn dat de door U genoemde factoren, welke volgens Uw nota de werkgelegen heid onder meer beïnvloeden, elkaar niet opheffen en dat dus het door U aangenomen percentage voor het aantal arbeidsplaatsen van plm. 40 aan de hoge kant is. De verdere implicaties, welke U in paragraaf 6 stelt en waarbij U de uitwerking van deelstudies aankondigt, zien wij met grote belangstel ling tegemoet. Het verheugt ons, dat Uw college reeds opdrachtheeft gegeven tot de opstelling van een structuurplan en dat U grote urgen tie toekent aan de openbare voorzieningen, waarbij U denkt aan de indiening van een verkeersstructuurplan. Wij achten dit van bijzonder belang. Wanneer U stelt dat studies, prioriteitenbepalingen, beslissin gen en programmeringen nader zullen moeten worden uitgewerkt, dan spreken wij ook hierbij het vertrouwen uit, dat Uw college de raad zoveel mogelijk van de vorderingen op de hoogte houdt, mogelijk door middel van tussentijdse rapporten of nota's. Gaarne spreken wij het volledig vertrouwen uit op de grondslagen van het door U uitgestippelde beleid op lange termijn. Wij hopen dat de belangrijke functie, welke Breda als centrumplaats voor de gehele regio steeds heeft gehad, in de nabije toekomst niet alleen zal behou den, maar door uitvoering van de voorgestelde plannen, verder zal kunnen ontwikkelen, waardoor het goed is in Breda te wonen, leven, werken en recreëren. Mijnheer de voorzitter, de traditie wil dat bij de algemene beschou wingen ook enkele woorden worden gewijd aan de onderlinge verhou dingen in deze raad en de verhouding tussen Uw college en de raad. Ik meen dat aan hetgeen reeds gezegd is, weinig behoeft te worden toegevoegd. Alleen al het feit dat de algemene beschouwingen kon den worden gehouden op een wijze zoals dit thans gebeurt, wijst erop dat de verhouding in deze raad tussen hen, die deel uitmaken van de vier fractie's, bijzonder goed mag worden genoemd. Ik wil hierbij zeer duidelijk stellen, dat bij alle zakelijke overeen stemming nimmer tekort werd gedaan aan de principiële uitgangspun ten, welke ons drijven tot het voeren van een Evangelische politiek.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 111