V heb nog steeds grote zorgen over het beleid van burgemeester en wet houders ten aanzien van de toekomst van de Bredase agglomeratie. Ook vandaag nog blijft dit beleid onduidelijk. Toch is hier een Breda's initiatief van de allergrootste betekenis voor de leefbaarheid en de werkgelegenheid in onze stad en zijn omgeving. Zeer bezorgd ben ik eveneens, mijnheer de voorzitter, over de toe komstige geldmiddelen van de gemeente, wanneer namelijk de ver makelijkheidsbelasting gaat vervallen. Het lijkt mij, geboden, dat nu reeds, uiteraard voor zover Uw college daartoe bij machte is,we gen worden gezocht om nieuwe bronnen aan te boren. Er zijn ook wensen en moeilijkheden op andere gebieden van het ge meentelijk beleid, ik denk aan het nog steeds nijpende woningvraag stuk, ik denk aan het belang van de instelling van wijkraden of iets dergelijks om de Bredase bevolking op meer democratische wijzen in het beleid te betrekken en zo meer. Ik wil deze en andere punten thans niet in deze algemene beschouwing betrekken. Het verheugt mij tenslotte het volste vertrouwen te kunnen uitspreken in het beleid van burgemeester en wethouders inzake het openbaar ver voer, de culturele sector en de ombouw van de stadskern tot eensfeer- vol verkoopcentrum. Hierna sluit de VOORZITTER om 22.40 uur de vergadering met het gebruikelijke gebed.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 115