118 1 FEBRUARI 1968 ven en dat met name in een dergelijke commissie de ruimtelijke aan gelegenheden, die in Breda zo'n belangrijke ról spelen, gestalte kun nen krijgen. Dit zou betekenen dat de gemeenteraad juist via deze afdeling nauwer bij het werk van burgemeester en wethouders zal be trekken. De heer Kroon, zo vervolgt spreker, heeft gesproken over informa tieve raadsvergaderingen. Burgemeester en wethouders hebben vorig jaar de gemeenteraad inderdaad belooft bepaalde informatieve raads vergaderingen te houden en dit is niet gebeurd. Hij meent echter van de zijde van burgemeester en wethouders te mogen zeggen dat pas een informatieve raadsvergadering kan worden gehouden wanneer burge meester en wethouders in de eerste plaats van mening zijn dat er geïn formeerd moet worden. Het is zeker dat zij niet kunnen informeren over een zaak, die burgemeester en wethouders nog niet of althans on voldoende bekend is. Daarom staan burgemeester en wethouders be paald op het standpunt dat zij de raad gaarne willen informeren en bij het hele werk willen betrekken, doch dat de gemeenteraad het hun niet euvel kan duiden dat burgemeester en wethouders op de al lereerste plaats zelf precies willen weten wat bijvoorbeeld de planning, om een voorbeeld te noemen, zou moeten betekenen. Dit is een voor beeld dat aanspreekt. Andere voorbeelden zijn de organisatie, de me chanisatie. Hierover is inderdaad destijds een informele raadsvergade ring toegezegd. Hiervoor, meent spreker, moeten burgemeester en wethouders de eis kunnen stellen dat zij op de allereerste plaats moe ten weten, hoe en op>wat vooriwijze'géïnformeerd tóö'ét worden. Mede namens burgemeester en wethouders wil hij eerlijk verklaren dat zij dit op 25 maart vorig jaar niet wisten en ook niet op 29 maart on langs hebben burgemeester en wethouders zich zeer duidelijk uitge sproken vóór planning en voortgangscontrole, doch vooraleer dat in een informele vergadering aan de raad zal worden verteld zal er nog dieper op ingegaan moeten worden. VERHOUDING BESTUURDEN BESTUURDERS. Thans wil spreker gaarne een aangelegenheid aan de orde stellen, die door vele sprekers is genoemd en die heel sterk tot de verbeelding van de bestuurden spreekt. De heer Kroon heeft er in zijn algemene beschouwingen nadrukkelijk op gewezen en de heren van Loon, van der Zwan en Melzer hebben gezegd dat er zo ontzaggelijk veel aan gelegen is dat er een goede verhouding bestaat tussen het bestuur van een stad en de bestuurden. De heer van der Zwan is in zijn beschou wingen zelfs zover gegaan dat naar zijn opvatting de schuld van com municatiestoornissen grotendeels bij de overheid ligt. Gaarne zou hij hierover iets willen zeggen. Na een jaar ervaring, die spreker bijzonder kort noemt, heeft hij ge zien op welke wijze de overheid contact heeft met degenen, die be stuurd worden in deze stad. Hij moet dan toch zeggen dat dit contact een zeer grote hoogte en een zeer juiste instelling heeft bereikt. Men kan zeggen, dat in Breda iedereen, ^die een onderhdud nj&tburgemeester wethouders of met leden daarvan, wenst, dit onderhoud krijgt. Welis waar heeft de burgemeester geen spreekuur; dit in verband met zijn welzijn niet wel mogelijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 118