120 1 FEBRUARI 1968 hem verstandig voor toch nog enkele dingen hierover te zeggen. Mis schien door het feit dat dit voor spreker een hobby is, kan hij niet na laten ofschoon er niet veel over gevraagd is, toch iets aan de raad mede te delen. Het is de oprechte en uitdrukkelijke wens van burge meester en wethouders om een structuurplan voor Breda en omstreken te hebben. Dit structuurplan maken dient te geschieden en dit is met instemming van de gemeenteraad, in overleg met randgemeenten. Het liefst met alle randgemeenten en dit heeft de raad in de krant kunnen lezen. Helaas heer Kroon, zo zegt spreker, heeft men uit de pers kunnen lezen wat burgemeester en wethouders doen en dat is niet helemaal te vermijden. Burgemeester en wethouders zijn serieus van plan om dit met de 4 randgemeenten te doen. Er is dan ook na het overleg in januari een commissie samengesteld van de 5 bestuurders onder voorzitterschap van de burgemeester van Breda. De 4 burge meesters en 1 wethouder met de stedebouwkundigen zullen dit struc tuurplan aan gaan pakken. Wanneer dit plan gereed zal zijn is hem niet bekend, doch hij is van oordeel dat er alles aan gelegen is om hierbij de nodige spoed te betrachten. Dit brengt sprener tot de op merking, die hij misschien niet had moeten maken, maar wanneer hem de vraag gesteld wordt of het belangrijk is een nieuwjaarsrede te houden, dan zou spreker antwoorden: Ga Uw gang". Maar toch is hij geneigd in dit opzicht enigermate het advies te volgen van de Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland en van spre- ker's kant zou hij er dan bij willen voegen: "Indien er op deze ma nier een nieuwjaarsrede gehouden moet worden, dan maar niet". Na tuurlijk is dit structuurplan voor Breda en directe omgeving te maken. Spreker wil er toch wel op wijzen dat gelukkig van de zijde van ge deputeerde staten een uitnodiging is ontvangen met dit college over het gedeelte van Breda en omstreken te spreken voor zover het inge past moet worden en het streekplan voor West-Brabant. Burgemeester en wethouders zijn hierover zeer verheugd. Door gedeputeerde staten zijn 11 gemeenten uitgenodigd en spreker hoopt dat dit iets betekent. Hij noemt het van grote betekenis dat het er geen 4, geen 5 maar 11 gemeenten zijn en hij hoopt dat dit overleg met het provinciaal be stuur zal slagen. Met grote nadruk wijst spreker erop dat burgemeester en wethouders van hun kant bijzonder graag hieraan zullen mede werken. Spreker wenst nog een enkele opmerking over West-Brabant te maken. Zeer terecht is door verschillende fractievoorzitters erop gewezen, dat er contact moet zijn met Rotterdam en Antwerpen. Burgemeester en wethouders zijn van plan dit stellig te doen en hij moet erkennen dat burgemeester en wethouders nogal voorbereidende maatregelen hebben getroffen en geprobeerd hebben afspraken te maken. Vanuit de West brabantse verantwoordelijkheid zullen die contacten gelegd moeten worden, waarbij op wederzijdse informatie gewerkt moet worden. Bij de raad behoeft hierover geen twijfel te bestaan. Naar de opvatting van burgemeester en wethouders zou de organisatie van het overleg in West-Brabant gefundeerd moeten zijn op de grote steden en de samenwerkingsverbanden, die er in West-Brabant bestaan. Burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat de contacten rond de grote steden de agglomeratiegedachte verder moeten uitdragen. Dan zal een dergelijke overkoepeling in West-Brabant zijn betekenis heb-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 120