123 1 FEBRUARI 1968 deze nota voort wil gaan. Spreker ziet de voortgang in zo'n beleids nota van twee kanten. Op de eerste plaats kan deze nota uitmonden in facetten. De gemeenteraad heeft de cultuurnota gezien. Deze was wel niet direct gesteld en gebaseerd op de uitgebrachte nota, maar had er toch wel iets mede te maken. Er kan een jeugdnota komen, een structuurplan en al dit soort zaken meer, die op die visie op langere termijn geënt zijn. Naar spreker's mening is het veel belangrijker dat de nota verder gebaseerd zal moeten worden en met name uitwerking verdient op korte termijn bijvoorbeeld over 5 jaar waarbij men rekening houdt met de financiële spankracht, die de gemeente vanzelfsprekend krijgt. Wanneer men de nota zo ziet en wanneer pogingen worden aangewend om de nota te volgen gebaseerd op termijnen, dan gelooft spreker dat die nota aan de wensen beantwoordt. Waarschijnlijk zal dan in het jaar 2.000 gezegd worden en spreker rekent daar nu al op: "ze hebben het wat de getallen betreft niet goed gehad". De huidige bestuurders zijn verplicht zorg te hebben voor de situatie in het jaar 2.000 en daarom zoeken burgemeester en wethouders in deze geest wezenlijk contact met Rotterdam en Antwerpen. Als de functie van Breda wordt gezien als een werkgelegenheidsstad, als een stad met een belang rijke hoofdfunctie, met een belangrijke woonfunctie, als een stad met belangrijke onderwijsmogelijkheden, met belangrijke culturele voorzieningen, met een verzorgende functie, dan zal de raad begrij pen, dat wanneer dat in de beleidsnota wordt uitgewerkt dit gedetail leerd zal moeten worden in stukken, die over kortere tijd gestalte moet krijgen. Wanneer dan getracht wordt deze uit te voeren dan herhaalt spreker dat dit natuurlijk direct verband houdt met de finan ciële spankracht en dan gelooft hij dat burgemeester en wethouders met een dergelijke nota een juist beleid voeren. Spreker wil gaarne besluiten met de raad hartelijk dank te zeggen voor de vriendelijke woorden die aan het adres van de voorzitter zijn gericht. Hij wil dit maar simpel zeggen. Hij vindt dit fijn dat de ge meenteraad dit gezegd heeft. Hij gelooft dat dit het beste is en kan er niet veel meer van zeggen dat dan men elkaar gevonden heeft op het stuk van de zakelijke instelling. Dit werk is echter niet zonder emotie te doen en op dit vlak heeft de raad en zijn voorzitter elkaar ook gevonden. Spreker spreekt de hoop uit dat Breda van die instelling mag profite ren. Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat een ietwat merkwaardige coïn cidentie wil, dat vandaag een jaar geleden de benoeming van de voorzitter een feit werd. Dit feit was voor meerdere sprekers gisteren avond aanleiding om bij de inleiding van de debatten daarop even te wijzen en daarbij blijk te geven van hun waardering. Ofschoon spreker het ietwat ongebruikelijk noemt mag dit feit voor de wethouders genoegzame titel zijn om een enkel woord te zeggen met betrekking tot deze coïncidentie van een jaar burgermeester schap en het feit dat de voorzitter vandaag andermaal voor de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 123