1 FEBRUARI 1968
126
vallen. Spreker is van oordeel dat men zich moet hoeden voor het
slaken van kreten die geen concrete inhoud hebben. De overheid is
een vrij onpersoonlijk begrip en men zal de overheid moeten deter
mineren en hij gelooft dat men op voorhand toch wel de instelling
moet hebben dat de dialoog tussen de overheid en burgerij in ieder
geval zal moeten worden gekanaliseerd wil men enige reponse aan
elkaar hebben.
De heer van Loon heeft opgemerkt dat het rapport Tuinzigt reeds
enige jaren oud is. Daarin heeft hij gelijk, zo zegt spreker, het is
namelijk van augustus 1963. Hij heeft dat even nageslagen en het
rapport is ook in een raadsvergadering in 1963 behandeld. De heer
van Loon heeft naar zijn mening dit onderwerp nog eens ter sprake
gebracht en spreker meent dat het voor een goede samenhang van
zaken verstandig is even te memoreren hoe de zaken zich nadien
hebben ontwikkeld. Het is bepaald niet zo dat er niets gebeurd zou
zijn; integendeel er is veel gebeurd. De heer van Loon is dit vanuit
bepaalde posities wel bekend. Toch kan het zinvol zijn om dit even
voor de gemeenteraad te etaleren.
Het plan Tuinzigt is in 1963 in de gemeenteraad behandeld en eind
1963 is met instemming van de gemeenteraad het plan gemeenschaps
huis Tuinzigt geëntameerd. Aanvankelijk op papier samen met enkele
gespreksgroepen uit de wijk Tuinzigt. Iedereen weet echter, zo zegt
spreker, hoe moeilijk het is om in de gegeven situatie tot realisering
van plannen op het gebied van gemeenschapshuizen te komen. Intus
sen is de ontwikkeling binnen het particulier maatschappelijk werk
ook voortgegaan. In de jaren, waarover thans gesproken wordt, was
er een totaal andere en met vandaag de dag onvergelijkbare situatie
en daarom is spreker van oordeel dat op dat moment geen adequaat
antwoord kon worden gegeven vanuit Tuinzigt op de plannen die tot
ontwikkeling begonnen te komen.
Hij wil in herinnering brengen dat er toen nog een driedelig maat
schappelijk werk was namelijk de Fidelisvereniging, het wijkwerk
Pius X en het Katholiek Sociaal Centrum. Na veel overleg is een
tussenfase in het leven geroepen, waarbij één bestuur werd gecreëerd
met 2 werkgroepen, geheten B. S.Z. en B.M.Z.. Voor ingewijden
zijn dit bekende afkortingen voor Bijzonder sociale zorg en Bijzon
der maatschappelijke zorg. Er waren 2 werkvormen nodig in verband
met de bestaande rijkssubsidieregeling. De volgende fase was een
fusie te verwezenlijken. Dit vergde enorm veel overleg, doch is in
tussen verwezenlijkt en is vorig jaar aan Breda gepresenteerd. De op-
bouwfunctie van dit instituut is centraal.gesteld. Hieraan waren
enorme organisatorische-juridische moeilijkheden verbonden. Niet
temin is men erop Bredaas niveau in geslaagd, zij het dat dit slechts
3 dagen geleden geschied is. Na 3 jaar werken, is de bewilliging van
de minister binnen gekomen dit instituut te erkennen en de kosten
subsidiabel te verklaren. Dit is een afronding waarop nu kan worden
doorgegaan. Intussen wordt in de nieuwe situatie het plan van het
gemeenschapshuis nader bezien. Thans is men 5 jaar verder na de
eerste plannen en dan blijkt ook dat door deze nieuwe structuur en
werknormen er ook een heroriëntering moet komen van de gedachte
ruimte. Wethouder van Bijnen zal daar wellicht nog verder op ingaan.