129 1 FEBRUARI 1968 midden, doch het is een objectief feit. Hij wil niet beweren, dat de nieuwbouw onbetaalbaar zou zijn, doch voor een deel van de bevol king - en dat zal altijd zo blijven - is deze huur boven de draagkracht. De maatschappelijke problematiek die daaruit voortvloeit zal een eigen kanalisatie moeten krijgen. Daarnaast is er de categorie van de hocg gekwalificeerde medische ur- enties. Deze gevallen zal men ook moeten opvangen, preker meent ook niet het probleem van de werkgelegenheid onver meld te mogen laten. Bij deze begrotingsbehandeling zijn hierover te recht opmerkingen gemaakt. Hierbij moet ook gedacht worden aan sectoren zoals onderwijs, ziekenhuizen, de industrie. Ook deze zul len enige zekerheid moeten hebben met betrekking tot de inzichten en standpunten van de gemeentelijke overheid. Al deze 4 punten, dat knelpunten zijn, zullen in dit eindberaad moe ten worden afgewogen. De heer Kroon zal er daarom wel mede willen instemmen dat burgemeester en wethouders in de eindfase een uitge wogen oordeel proberen te vormen over de weg die nu bewandeld zal moeten worden. Hierbij mag worden gesteld dat de verwachting ge rechtvaardigd is dat het huisvestingsbeleid verder geliberaliseerd zal worden, doch wel met beperkingen op grond van concrete behoeften, die spreker zo juist getracht heeft te indiceren in 4 punten. Spreker is van mening dat hij met deze beantwoording de kernpunten van de betogen van de fractievoorzitters, die zijn portefeuille betref fen, heeft behandeld. Wethouder VERMEULEN merkt op dat alle fractievoorzitters gisteren hun bezorgdheid hebben uitgesproken met betrekking tot de woningbouw. Hiermede hebben zij de bezorgdheid van burgemeester en wethouders bevestigd, die zij al meerdere malen hebben uitgesproken. De fractie voorzitters hebben daarbij tot uitdrukking gebracht dat zij vertrouwen hebben in de maatregelen die burgemeester en wethouders zullen gaan nemen om een toch wat gunstiger oplossing te krijgen dan verwacht kan worden. Spreker meent dat ten overstaan van de raad burgemees ter en wethouders zich nog maar eens duidelijk moeten uitspreken in welke situatie de gemeente Breda met de woningbouw is gearriveerd. Hij wenst nog eens gedetailleerd mede te delen wat de mogelij kheden zijn voor dit jaar qua contingenten. De heer Kroon heeft terecht 132 woningen genoemd maar kon niet weten dat er van deze 132 woningen er 100 moeten worden bestemd voor krotopruimingen. In feite blijven er maar 32 woningen over om in de woningwetsector de hoeveelheid te gaan vermeerderen. Van deze 32 woningen zijn er dan nog 25 be stemd voor huisvesting van militairen. Er komen dus uiteindelijk 7 woningwetwoningen ter vrije beschikking voor uitbreiding van het wo ningbestand. Daarnaast heeft de gemeente 432 eenheden voor grote elementen verkregen en dat betekent concreet dat het complex van Neduco in de Hoge Vucht kan worden voltooid. Dit complex bestaat uit 528 eenheden. Hiervan zijn 96 eenheden reeds in het achterliggend jaar verkregen. Hiermede heeft ook de industriële bouw zijn einde ge vonden, zo zegt spreker, tenzij daarvoor nog een nieuw contingent zal worden verkregen. Burgemeester en wethouders zullen hiervoor uit de aard der zaak hun best doen. Dit zo beziende, vraagt hij zich in gemoede af wat nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 129