131
1 FEBRUARI 1968
overeengekomen tussen de gemeenten Breda en Prinsenbeek. Beide ge
meenteraden waren akkoord. De kroon heeft het besluit in 1964
geseponeerd met als motivering dat gedeputeerde staten voornemens
waren een herindeling van het gebied rondom Breda te gaan bewerk
stelligen. Dit zou iets ruimer van opzet zijn dan de gebiedsruil tussen
Prinsenbeek en Breda.
Nu is het 1968. Dit is dus ongeveer 4 jaar geleden en thans is het nog
niet bekend, wanneer de wet op de herindeling van het grondgebied
zal worden ingediend. Indien optimistisch wordt geredeneerd mag men
rustig aannemen dat dit nog minstens drie jaar zal duren. Aangenomen
kan worden dat het nog wel iets langer zal duren.
In feite betekent dit dat zo Breda zijn bouwproduktieplannen wil voort
zetten dit op het gebied van een andere gemeente zal moeten geschie
den. Over dit punt is er overleg gaande tussen Prinsenbeek en Breda.
Het eerste uitbreidingsplan, dat aoor de gemeente Breda is klaarge
maakt voor de Haagse Beemden, is niet aangenomen door de gemeen
teraad van Prinsenbeek. Op het ogenblik is er stedebouwkundigambte-
lijk overleg gaande tussen beide gemeenten ten einde na te gaan aan
de naar voren gebrachte bezwaren tegemoet te komen. Er is dus nog
geen bestemmingsplan en er kan dus ook nog geen onteigeningsplan
vastgesteld worden. In feite kan er dus nog niets gebeuren.
Spreker gaat nu nog maar even voorbij aan het feit dat pas nadat de
grond in eigendom is verkregen overgegaan kan worden tot het bouw-
rijpmaken er van.
Spreker hoopt met niet al te veel woorden aan de gemeenteraad duide
lijkste hebben gemaakt in welke situatie de gemeente Breda met be
trekking tot de bouwcapaciteit verkeert. Deze zorg is uiteraard niet
alleen een zorg van de gemeenteraad, doch burgemeester en wethou
ders zijn eigenlijk dagelijks met deze materie bezig en uiteindelijk
zien zij ook geen oplossing. Hij wijst erop dat men overtuigd moet
zijn dat al komt er een wet, dit tijd zal kosten en dat ondertussen in
de bouwactiviteit van Breda een gat gaat vallen van jaren omdat er
thans nog geen grond beschikbaar is.
Spreker brengt onder de aandacht dat de ellende met deze korte uit
eenzetting nog niet ten volle is geschetst.
Omdat de gemeente op het ogenblik nergens over een uitbreidingsplan
beschikt staat de grondverwerving praktisch stop. Stel dat het uitbrei
dingsplan Haagse Beemden zal slagen, dan zal daar een bestemmings
plan komen met een onteigeningsplan, waarop de gemeente in staat
zal zijn de grond te gaan verwerven. Dan komt het financieringspro
bleem en van de financieringsmogelijkheden op dat moment zal het
afhangen of vlot kan worden gekocht. Burgemeester en wethouders
weten momenteel echt niet hoe zij uit de impasse zullen geraken, die
door achterstand van 5 jaar in de grondvoorraad is opgelopen. De wo
ningbouw in Breda zal naar spreker's inzicht toch wel in ernstige moei
lijkheden geraken. Burgemeester en wethouders zullen uiteraard daar
bij niet passief blijven. Spreker kan dit de raad verzekeren. Uiteraard
zijn er weinig bevoegdheden voor de gemeente. Zij is afhankelijk van
gedeputeerde staten en tegen deze achtergrond kan spreker mededelen
aat er een afspraak met gedeputeerde staten is gemaakt op 22 februari
1968, waarbij de burgemeester en spreker de problematiek, zoals die
nu geschetst is, zullen gaan doorwerken en waarbij gehoopt wordt dat