133
1 FEBRUARI 1968
Ook de minder goede treinverbindingen zijn door de heer Melzer aan
de orde gesteld. Burgemeester en wethouders kunnen iedere begrotings
behandeling er weer opnieuw op wijzen, dat zij het met de gemaakte
opmerking volkomen eens zijn. De vraag komt dan echter direct op.
"Wat is er aan te doen?" In de vergaderingen van burgemeester en
wethouders is er al eens over van gedachten gewisseld en burgemees
ter en wethouders zijn bereid om ter zake al of niet in overleg met de
Kamer van Koophandel zich nog eens opnieuw tot de spoorwegen te
wenden en de bezwaren met betrekking tot de verbindingen onder de
aandacht van de spoorwegen te brengen en te verzoeken of zij hier
mede zo mogelijk rekening willen houden.
Gisteren heeft de heer Melzer ook een opmerking gemaakt over de
stagnatie in de ontwikkeling van de Bredase binnenstad. Indien spre
ker dagblad "De Stem" van vandaag leest dan ziet hij als kop boven
een artikel staan. "Totaalbeeld van de binnenstad blijft ver beneden
de maat". Hij moet eerlijk zeggen dat als de opmerking van de heer
Melzer zo bedoeld is hij het er echt niet mee eens is. Bovendien ge
looft spreker niet dat het verstandig is om als stadsbestuur, wanneer
aan Breda-Promotion wordt gedaan, een dergelijke opmaak in de
krant te hebben. Er zijn natuurlijk mensen, die alleen de kop lezen
van een dergelijk artikel en dan de indruk krijgen dat de Bredase bin
nenstad eigenlijk maar niets is. Hij is van mening dat daarvoor moet
worden opgepast.
In een andere bijeenkomst dan een formele raadsvergadering heeft
spreker begrepen dat de door de heer Melzer aangegeven rangorde van
het contact met zijn Schotse vriend omgekeerd was namelijk eerst
naar de Havermarkt geweest en daarna ae gaten bekeken. Ook al
was dit zo dan nog kan spreker over dit punt het met de heer Melzer
eens zijn. Niemand zou liever dan burgemeester en wethouders zelf,
voor zover zij er als overheid bij betrokken zijn, direct met overheids
gelden die open ruimten in de binnenstad willen opvullen. In het ver
volg van zijn betoog komt de heer Melzer dan met de mededeling o-
ver een goedgekeurd raadsbesluit, waarvan hij betwijfelt of dat plan
in de huidige omstandigheden in die vorm te realiseren is. Indien de
heer Melzer enerzijds om een snelle opvulling vraagt van de open
ruimte en anderzijds een genomen raadsbesluit in discussie gaat stel
len dan zou dit betekenen dat men weer opnieuw een studiecommis
sie zou moeten instellen, die dan na 30 jaar met een nieuw plan zou
kunnen komen. Ondertussen blijft het gat langer open, dat wanneer
het goedgekeurde plan wordt uitgevoerd.
Voor deze uitvoering is er in het investeringsplan ruimte en indien de
goedkeuring van gedeputeerde staten wordt verkregen voor het voorbe
reidend krediet dan zal er binnen afzienbare tijd een besteksgereed
plan zijn. Indien de raad dan dit plan niet zou goedkeuren zullen
burgemeester en wethouders hiervan helemaal niet schrikken. De raad
zal zich dan moeten realiseren dat de open ruimte dan nog voor een
onafzienbare tijd zal worden gecontinueerd.
Verder heeft de heer Melzer gevraagd om de bouw- en verbouwings
plannen voortaan aan de afdeling voor openbare werken voor te leg
gen. Hierop zou spreker willen antwoorden dat de wet deze zaak nu
eens bijzonder goed regelt en dat hij daarom aan de gemeenteraad
wil adviseren de wet op dit punt te blijven volgen. Het afgeven van