135 1 FEBRUARI 1968 kan hem hierin helemaal volgen. Het is niet fraai. Doch hij kan er momenteel nog geen oplossing voor aan de hand doen. Wat spreker het meest belangrijk vindt is het water onder woningen. Zeker als dat gezien wordt in combinatie met de wijkverwarming. Thans zijn er bijzonder serieuze onderzoeken aan de gang. De heer Melzer, zo zegt spreker, weet dat burgemeester en wethouders vorig jaar al voorzieningen hebben getroffen door het aanbrengen van drains. Achteraf heeft men moeten constateren dat dit blijkbaar niet voldoen de is. Hieraan wordt dus technisch op 't ogenblik hard gewerkt. Het water dat hier en daar op plantsoenen staat, is al een oudere klacht. Inderdaad ziet men rijdende in het Brabantpark tegenover de garage Otten water staan als het een beetje heeft geregend, maar men ziet het ook aan het einde van de Graaf Hendrik III laan. Dit is een pro bleem waarvoor minder gemakkelijk een oplossing kan worden gevon den. Dit zal voorzieningen vragen, waarvan hij momenteel de kosten niet durft te ramen. Daarom zal er een keuze gemaakt moeten wor den tussen het accepteren voor korte tijd van het onder water staan van het groen, of indien de gemeenteraad dit zo onoverkomelijk vindt, dat bijzondere technische voorzieningen moeten worden getroffen. Het afvoeren van dit water, dat in vele gevallen geen grondwater is maar hemelwater, via de riolering heeft ook consequenties met betrekking tot de riolering, die qua capaciteit niet berekend is op het transport van water, dat zich via een natuurlijke afvoer moet voltrekken. Hij wil de heer Melzer wel toezeggen met de dienst van openbare werken dit probleem door te praten. Spreker weet niet of hij de heer Kroon nog antwoord moet geven op zijn vraag of er nog woningen voor grote gezinnen of bejaarden kun nen worden gebouwd. Hij heeft reeds een inzicht gegeven in de hui dige toestand van 't bouwvolume. De gemeente Breda beschikt nog over 132 eenheden, die reeds bestemd zijn en overigens is er geen contingent. Burgemeester en wethouders zijn van mening dat zo er voor bejaardenwoningen extra contingent te krij gen is, zij bereid zijn deze woningen te bouwen. Thans moet spreker echter de vraag ontkennend beantwoorden omdat er geen contingent aanwezig is. De heer Kroon heeft ook nog gesproken over de uitwijkmogelijkheid van de woningwetbouw naar de premiesector. Voor zover dit mogelijk is zullen burgemeester en wethouders er inderdaad naar toe werken. De mogelijkheid noemt spreker echter niet bijster groot. Er zijn 5.000 eenheden landelijk voor dit doel beschikbaar. Dit betekent voor de ge meente Breda naar evenredigheid 50 eenheden. Bovendien komt daar nog bij dat er een officiële regeling is dat men 10Pjo eigen kapitaal moet hebben alvorens men als woningbouwvereniging aan een derge lijke zaak kan beginnen. Er zijn wel optimistische uitlatingen dat daar op uitzonderingen gemaakt kunnen worden. Spreker zegt toe dat burgemeester en wethouders zullen proberen wat er in zit, doch de raad moet er zich niet veel van voorstellen. Ook heeft de heer Kroon nog gevraagd welke hoeveelheid grond nodig is voor het bouwen van 42.000 woningen. Er van uitgaande dat de ge meente Breda ze zou kunnen bouwen, wil spreker de raad een idee ge ven. Op het ogenblik heeft Breda ongeveer 30.000 a 31.000 woningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 135