1 FEBRUARI 1968
146
naar voren. Het bepalen van de urgentie geschiedt niet door de wet
houder van financiën. Spreker kan zich voorstellen dat de raad, die
belangstelling heeft voor alle sectoren van de gemeentelijke werk
zaamheid, daar niet helemaal gerust over zou zijn. De urgentie wordt
bepaald door burgemeester en wethouders, waarbij de inbreng wordt
verzorgd door de wethouder, tot wiens portefeuille de zaak behoort.
Dit is altijd een collegiale beslissing.
Bij de huidige financiering moet men inderdaad constateren dat de
noodzakelijke voorzieningen teruglopen. Hierdoor wordt het vraag
stuk van de werkgelegenheid ook nog ongunstig beïnvloed. Indien de
gemeenten in staat zouden zijn, datgene te doen, wat voor een to
tale ontwikkeling van hun gebied nodig is, dan zou dit, naar spre-
ker's vaste overtuiging in 2 effecten resorteren, namelijk het leefbaar
zijn van de stad op het moment van nü en op het moment van morgen.
Met de stelling van de heer Melzer, dat er gekomen zou moeten wor
den tot een leningsplafond, omdat er in de huidige situatie van de ge
meentelijke autonomie niet veel overschiet, is spreker het volkomen
eens.
Van een leningsplafond zou spreker zeggen dat hij hiermede akkoord
kan gaan als dit tenminste niet te laag is. Indien een dergelijk lenings
plafond te laag is kan daarmede ook niet gewerkt worden. Gezien de
huidige situatie is spreker bepaald hiervan een voorstander. De gemeen
ten zouden dan een eigen beleid kunnen voeren.
Als basis voor de heffing van de personele belasting geldt de huurwaar
de. Bij besluit van 1950/1951 wordt evenwel niet de werkelijke huur
van de nieuwe woning berekend, maar wordt vergeleken met gelijk
waardige vooroorlogse woningen. Dit is een bijzonder moeilijk begrip
en spreker is blij dat dit niet door de gemeente wordt gedaan. Hiervoor
zou nogal wat personeel nodig zijn. Thans wordt het vaststellen van de
huurwaarde gedaan door het rijk en of het juist gebeurt noemt spreker
een tweede vraag. De mededeling van de heer Melzer, dat bewoners
van nieuwe panden veel betalen, omdat de bouwkosten zo hoog zijn,
is eigenlijk niet juist. De huurwaarde wordt namelijk vergeleken met
soortgelijke woningen. De lasten, gebaseerd op huurwaarden zijn niet
meer van deze tijd. De raad weet dat er allang over wordt gesproken
deze belastingen aan de kant te doen. Spreker heeft voor zich zelf
reeds de overtuiging en hij wil de raad hierover niet onkundig laten,
dat bij nieuwe belastingen op onroerende zaken er weer nieuwe onbil
lijkheden naar voren zullen komen.
Dat het onrendabel investeringsplan niet in de afdeling voor de finan
ciën is behandeld komt door ae tijdnood, die er was ontstaan, omdat
het een essentieel onderdeel is van de begroting zou spreker de gemeen
teraad willen vragen zijn oordeel op te schorten. Een investeringsplan
is een kwestie van beleid. Bij de bespreking in de afdeling voor de fi
nanciën zullen de fractievoorzitters dienen te worden uitgenodigd. Het
totale beleid komt hierin tot uitdrukking. De heer von Scnmid neeft
zijn bezorgdheid uitgesproken, zo zegt spreker, over de toekomstige
geldmiddelen, in verband met het vervallen van de vermakelijkheids
belasting. Dat de rijksoverheid dit de lagere organen oplegt zonder dat
er gesproken wordt over compensatie, vindt spreker een bijzonder merk
waardige zaak. Indien aan de ene zijde een verruiming van het plaat
selijk belastinggebied zou worden verkregen en aan de andere zijde dit