151 1 FEBRUARI 1968 gelukkig zeer deskundig op dit terrein. Door de heer Melzer is het aankoopbeleid van het wagenpark der ge meente aangesneden en verzocht dit te centraliseren. Spreker wil de heer Melzer er toch wel op attenderen dat alle aanschaffingen voor het gemeentelijk wagenpark centraal geschieden door de directeur van het vervoerbedrijf in overleg met de betrokken diensthoofden. Gemeend wordt dat op deze wijze, zowel economisch als technisch, een optimaal resultaat gewaarborgd is. Ofschoon er geen rechtstreekse vraag over is gesteld, is toch wel bij het onrendabel investeringsplan ter sprake gebracht, dat de nieuwbouw voor het vervoerbedrijf op dit plan niet meer voorkomt. Dit wordt betreurd door degene, die dit heeft aangesneden, doch niet minder door burge meester en wethouders en de betrokken wethouder. Het meest zal dit wel betreurd worden door de directeur van het vervoerbedrijf. Intussen is er een tussenvoorstel in de gemeenteraad behandeld om een tijde lijke voorziening te treffen, die overigens deel uitmaakt van een plan dat later geëffectueerd zal worden. Gedeputeerde staten hebben hier voor onlangs de financiële middelen ter beschikking gesteld en de di recteur is doende dit tussenplan te effectueren. Spreker komt thans aan het onderwerp dat de heer van der Zwan heeft behandeld, namelijk het afschrijvingssysteem bij het energie- en wa terbedrijf. Zoals in de nota van aanbieding is vermeld wordt dit nieuwe afschrijvingssysteem voor de-eerste maal toegepast. Burgemeester en wethouders hebben uit 3 bekende systemen gekozen. Deze systemen zijn de lineaire methode, waarbij ieder jaar een vast bedrag wordt af geschreven, de annuïtaire methode, waarbij rente en afschrijving in totaliteit ieder jaar eenzelfde bedrag uitmaken en de zogenaamde uni- teitenmet'hode. Met voldoening heeft spreker van de heer van der Zwan vernomen dat deze zich met deze derde methode kan verenigen. Ook burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat deze methode de voor keur verdient, omdat zij in elk geval 2 dingen in zich draagt, name lijk dat de eerst volgende 25 jaren de kapitaallasten per eenheid af geleverd produkt gas en elektriciteit gelijk zullen zijn. Op de tweede plaats is gegarandeerd dat bij het energie- en waterbedrijf een sluiten de rekening wordt verkregen. Bij andere afschrijvingsmethoden zou dit niet te verwezenlijken zijn geweest, omdat dan in de beginjaren de kapitaallasten bijzonder zwaar zouden drukken en in de eindjaren te licht. Juist in de beginjaren is dit moeilijk, omdat de afzet op een la- er peil ligt dan in de toekomst te verwachten is. De gemeenteraad eeft in de nota van aanbieding kunnen lezen dat bij het aardgas di rect een bijzonder sterke afzetstijging verwacht wordt, terwijl bij elek triciteit eveneens een blijvende stijging te verwachten is, zulks op grond van de ervaring in het verleden. In een particulier bedrijf zou toepassing van deze methode gevaarlijk zijn, omdat men daar niet de zekerheid heeft dat er een stijgend accres zal zijn in de afzet der pro- dukten. Voor de onderhavige overheidsbedrijven ligt dat geheel anders. Toch zegt de heer van der Zwan dat hij burgemeester en wethou ders kan volgen ten aanzien van het gas, maar dat hij wel ongerust is ten aanzien van het accres in het elektriciteitsverbruik. Spreker denkt dat men voldoende basis heeft waarop men dit accres heeft kunnen ba seren en bovendien is er een belangrijke voorzichtigheidsfactor in acht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 151