154
1 FEBRUARI 1968
toch niet hetzelfde bedrag betaalt, omdat men niet op hetzelfde ke
telhuis is aangesloten wordt door spreker beaamd. Hetzelfde ziet men
bij de huren van woningen. Het ene ketelhuis is gebouwd en geïnstal
leerd in 1965, het andere in 1966 en dit leidt onherroepelijk tot ver
schillen in de vaste lasten, die in het te betalen bedrag tot uitdrukking
komen.
Er is een streven om op den duur tot een egalisatie te komen als de ge
hele wijkverwarming afgebouwd zal zijn en van alle 8 ketelhuizen de
volle capaciteit benut zal worden. Spreker gelooft dat de wijkverwar
ming in de toekomst niet meer zal worden toegepast. Thans is het mo
gelijk iedere woningwetwoning een individuele verwarming te geven,
zoals nu dan ook bij de nieuwbouw in Heusdenhout staat te gebeuren.
Naar spreker's mening is dit altijd nog te preferen. Ten slotte heeft de
heer Melzer als enige oplossing om uit de moeilijkheden te geraken ge
geven één deskundig persoon aan te stellen als hoofd van de wijkverwar
ming, die rechtstreeks verantwoordelijk zal zijn aan burgemeester en
wethouders. Hij heeft vanmorgen gelegenheid gehad dit met burge
meester en wethouders te bespreken. Burgemeester en wethouders zijn
echter met spreker van oordeel dat er geen reden is zover te gaan.
Men zou bij het energie- en waterbedrijf één persoon kunnen belasten
met de wijkverwarming, deze zou dan via zijn directeur aan burge
meester en wethouders verantwoordelijk kunnen zijn.
Deze vorm treft men min of meer ook aan bij de brandweer, welker
commandant een topfunctionaris van het vervoerbedrijf is.
Spreker gelooft dat er maar één oplossing is die veel ruimer is dan de
heer Melzer heeft gesteld, namelijk dat burgemeester en wethouders
er naar streven en er alles aan doen om te bereiken dat er uiteindelijk
nog alleen maar tevreden afnemers (het overgrote deel is reeds zeer te
vreden) zullen zijn van de verwarming, die ae gemeente levert. Daar
bij moet wel bedacht worden dat het optimum nooit bereikt kan wor
den, omdat tevredenheid ten ene male een relatief begrip is, 'Er
moet bereikt worden, dat de aanvaarde warmte geleverd wordt, zonder
onaanvaardbaar geruis tegen een verantwoorde prijs. Burgemeester en
wethouders zullen niet rusten alvorens dit bereikt is.
Spreker had indertijd gehoopt dat de interpellatie van het raadslid van
Duijl en het antwoord van burgemeester en wethouders daarop een
laatste fase in de verbetering van de wijkverwarming zouden zijn. In
het door het energie- en waterbedrijf gemaakte rapport zijn de zaken
toen vrij positief gesteld. Het wordt door burgemeester en wethouders
betreurd dat het niet is gelopen zoals men zich het toen had voorge
steld. Dit neemt niet weg dat burgemeester en wethouders niet zullen
ophouden totdat tevredenheid is bereikt.
Er zijn door de heer van Loon nog enkele opmerkingen gemaakt over
de tot zijn portefeuille behorende cultuurzaken. Dit raadslid heeft in
de cultuurnota een relatie gezien ten opzichte van de vrije beschikbare
financiële middelen. Men moet hierin echter niet zien, dat het de
grens is voor de toekomst. Het enige wat bedoeld is, is dat de cijfers
op 1 januari 1968 zo lagen. Er is hieraan geen andere betekenis toe te
schrijven. Er wordt dus geen enkel oordeel uitgesproken over de abso
lute hoogte van de uitgaven in relatie met uitgaven voor andere secto
ren. Ten slotte is door de heer Melzer nog over de schouwburg gespro-