1 FEBRUARI 1968 160 overheid en met name in de dienstverlenende sector tekort schiet in het begrip verantwoording. Met de mededeling over de hulp bij oprichting van bedrijven is spre ker toch wel blij. Hij zou er niet voor willen pleiten dit in een of an der reglement vast te leggen. De voorzitter heeft gezegd dat een en ander van geval tot geval zal worden bekeken. Een flexibel beleid dus. Met de mededeling dat het economisch onderzoek bij het college dui delijk centraal staat is spreker's fractie verheugd. Wat betreft de paraatheidskosten voor het ambulancevervoer staat de fractie geheel achter de opvatting van het college. Er is hier een rijksregeling op komst, een nieuwe regeling dus. De wethouder heeft gezegd dat de rijksoverheid voor 35% in de vaste kosten gaat subsidi ëren, zouden de paraatheidskosten nu in de tarieven worden verwerkt, dan zou dat betekenen dat Breda misschien maar een of twee jaar met zeer hoge tarieven zou zitten. Genoemd werd een percentage van 35 en dat dit na verloop van tijd zou moeten worden teruggedraaid, zou naar spreker's mening psychologisch gezien een heel ongelukkige re geling zijn. Over de produktie van woningen en over de daarvoor nog beschikbare grond, heeft wethouder Vermeulen een heel somber beeld opgehangen. Als spreker de wethouder goed heeft begrepen is er naast het bestaand bestemmingsplan nog maar ruimte voor de bouw van 1240 woningen. Deze situatie is dus onhoudbaar. De wethouder doelde erop dat Breda beheerst zou worden door landhonger. Spreker heeft dit ook meerdere malen in de krant gelezen. Hij heeft eens uitgerekend wat bijvoor beeld Terheijden aan oppervlakte per inwoner heeft. Daar kan mep per inwoner beschikken over een ha en in Breda is de bevolkings dichtheid 20 per ha, dus 10 x zo groot als in Terheijden. Op 30 no vember is gesproken over het historisch ontstaan van deze grenzen. Spreker gelooft dat dit een heel belangrijke factor is. Het ligt niet op het terrein van de raad om tot een algemene herindeling van de ge meentegrenzen over te gaan, maar hij gelooft toch dat het in Neder land zo langzamerhand dringend noodzakelijk gaat worden. Wethouder Broeders heeft ook gesproken over één visie, die verwacht moet worden in het onrendabel investeringsplan, in de begroting en in de financiële capaciteitsplanning. Spreker vindt dit een mooi geluid. Ook hij heeft aangedrongen op de totstandkoming van de financiële capaciteitsplanning, die inmiddels al weer een aantal jaren loopt. De van 1961 daterende planning zoals men die nu kent, is volkomen verouderd. Op het nuttig werk dat de raad voor de gemeentefinanciën doet, is door wethouder Broeders gewezen. Het komt spreker voor dat de raad voor de gemeentefinanciën zich dient te baseren op de cijfers die door de gemeenten verstrekt worden, Hij is van mening, dat de gemeenten zelf inzicht moeten hebben in de financiële middelen die zij in de toekomst nodig hebben, vóór dat zij de raad behoorlijk van advies kunnen dienen. Hij is van oordeel dat daarvoor zo'n financiële capa citeitsplanning dringend noodzakelijk is. Het spijt spreker dat wethouder Gielen zijn aanvulling op het voorstel inzake het afschrijvingssysteem bij het energie- en waterbedrijf niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 160