1 FEBRUARI 1968 166 lingen kan geschieden en dat het college daar dan ook met afgeronde voorstellen komt. Hier is nu echter enig verschil van opvatting. Wan neer de voorstellen afgerond in de afdeling komen, dan kan men de achtergronden wel weten, maar de bedoeling van de raad is om bij de voorbereiding van dat besluit meer inbreng te hebben. In deze zaak is dit niet nieuw, zij heeft al veel eerder gespeeld. Spreker wil nu iets citeren uit de notulen van november 1955, waar een fractievoorzitter aan het woord is, die op het ogenblik aan de an dere zijde van de tafel zit, met name achter de collegetafel. Het gaat deze fractievoorzitter bij de voorbereiding van deze zaken met name over de taakverdeling tussen het college en de raad en hij zegt dan: "Indien U van Uw kant stelt dat de voorbereiding van de stukken voor de raad een taak is van Uw college, dan staat U daarbij op het wettelijk formeel juiste standpunt, maar eist U het maximum voor U zelf'. Wettelijk staat het college dus volgens spreker op het juiste standpunt, maar als hij verder citeert volgt nog: "Zou het niet nutti ger zijn na te gaan, welk standpunt praktisch het meest tegemoet komt aan de werkmogelijkheden van beide organen". - Dus de raad en het college -."Zonder dat daardoor in strijd met de wet behoeft te worden gehandeld. Indien Uw college zou volharden in zijn standpunt dat de voorbereiding bij uitsluiting een taak is van het college, dan moet U begrip hebben voor het feit dat een raad welke zichzelf res pecteert en welke somtijds gedwongen wordt op korte termijn beslis singen te nemen over dikwijls vrij gecompliceerde en kostbare zaken, zal moeten uitzien naar andere middelen om zich op verantwoorde wijze op zijn besluitvorming voor te bereiden. Zou hij zulks niet doen, dan staat ieder lid van deze raad steeds opnieuw voor het conflict van te moeten beslissen zonder voldoende kennis van wordingsgeschiedenis en zonder voldoende kennis van de zaak zelf. Daar de pre-adviezen daardoor meestal te weinig gegevens bevatten, dan wel de zaak te doen aanhouden ten einde voor zichzelf de nodige tijd te winnen tot een meer afdoende voorbereiding. Meestal laat het moment van in dienen geen verder uitstel meer toe, zodat er dan geen alternatief meer is en het onbevredigende gevoel blijft van door Uw college bui tenspel te zijn gesteld. Ik zou Uw college daarom willen verzoeken vooral bij de voorberei ding van meer belangrijke objecten de raad of commissie uit de raad, mogelijk commissies ad hoe, te betrekken in de voorbereiding. Informatieve vergaderingen kunnen daarvoor ook zeer belangrijk zijn. U bevordert daardoor naar mijn gevoel een snellere en meer deskun dige besluitvorming van de raad en neemt daardoor mogelijk het ge voel bij de raad weg, dat hij voor beslissingen wordt gesteld waarvan hij op dat moment de draagwijdte niet kan overzien". Spreker constateert dat het een beetje een lang verhaal is. De heer QUADEKKER zegt dat het echter wel duidelijk is. De heer KROON zegt dat het al van 13 jaar geleden dateert. Hij wil direct toegeven dat er in die tijd wel het een en ander veran derd is en ook verbeterd is. Spreker zegt reeds te hebben gesteld dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 166