1 FEBRUARI 1968 174 vesteringsplan is opgenomen. Hiervan kan hij zeggen dat er voor de Keizerstraat wel en voor de Ulvenhoutselaan geen raadsbesluit is. Zou de Ulvenhoutselaan wel worden opgenomen, dan betekent dat dat er een raadsbesluit moet worden genomen. Nu is er al een aantal raads besluiten en als men de tijd ziet die nodig is om aan de beschikbare financieringsmiddelen te komen kan het nog tot in lengte van dagen duren vóór die zijn goedgekeurd. Hij meent daarom dat het weinig zinvol is als men een bepaald werk wegens financiële moeilijkheden toch niet in uitvoering kan nemen, om het dan in het investeringsplan te zetten. In verband met de gemaakte opmerking als zou het rioolstelsel niet berekend zijn op de afvoer van hemelwater, kan spreker alleen maar herhalen wat hem als gegeven is voorgeschoteld. In IJpelaar werkt men in de tuinen met drains. Het is echter toch een vrij begrijpelijke instelling dat het rioolstelsel afgestemd is op afvoer van hemelwater, hetwelk neerkomt op verhard oppervlak en daken. In een park zit na tuurlijk geen riolering, het water moet daar natuurgewijze zijn weg vervolgen. Spreker heeft reeds in eerste instantie gezegd dat hij uiter aard best bereid is om over het algemene probleem van gedachten te wisselen, maar hij heeft daarbij wel gesteld dat hier natuurlijk het nut tegen het te brengen offer moet worden afgewogen. Het betekent im mers dat voor een korte periode een niet aanzienlijke investering no dig is. Spreker heeft begrepen dat er enig misverstand, zowel bij de heer van der Zwan als bij de heer Melzer heerst over de door de heer Kroon ge legde relatie van wat vanmiddag nu eigenlijk over de woningbouw en over de bestaande mogelijkheden is gezegd. Vanmiddag zijn cijfers gegeven die om en nabij een specificatie leveren van de in de nota genoemde 8000 eenheden. Die zijn dan verdeeld in 2250 laagbouw en 5400 hoogbouweenheden, waarna hij begonnen is met een specificatie van de beschikbare grond. Er resteren daarna nog 253 eenheden voor laagbouw en 987 hoogbouw waar nog vrij over onderhandeld kan wor den. Dit is wel zo'n minimaal getal dat de onderhandelingsmogelijk heden op dit moment praktisch niet meer aanwezig zijn. In deze op stelling speelt het plan Princenhage-West geen rol. Dat zit er niet in omdat daar op het ogenblik nog geen beschikbare bouwterreinen zijn. Er is hier nog maar een voorbereidingsbesluit en het zal nog wel een jaar duren voor er daar een definitief bestemmingsplan is en het komt er dan dus als enige uitwijkmogelijkheid extra bovenop. Daarnaast zal de woningbouw op gang gehouden moeten worden, het gat dat gaat vallen moet zo klein mogelijk worden gehouden. Daarbij moet het overleg met Prinsenbeek in stand blijven om over enige tijd in ieder geval in de Haagse Beemden te kunnen starten. De heer Melzer heeft gesteld dat spreker mogelijk vanmiddag enigs zins geïrriteerd was. Hij kan verzekeren dat dit zeker niet het geval is geweest als hij die indruk heeft gemaakt, wil hij dat bij deze recht zetten. Wat betreft de raadsafdeling voor het verkeer heeft spreker begrepen dat een fractiegenoot van de heer Melzer daar bij de verdere behan deling nog op terug zal komen. Hij zegt vanmiddag niet te hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 174