177 1 FEBRUARI 1968 Wethouder VAN BÏJNEN weet niet of' de cultuurtechnische dienst daar een oordeel over heeft, maar hij meent dat het toch nog wel een hele tijd zal zijn. De heer van Loon heeft gezegd dat het hem spijt dat het overdekt zwembad uit het investeringsplan is genomenl Dit wil spreker even corrigeren, het investeringsplan 1968/1969 is een soort interregnum. Ook de heer Broeders heeft dit duidelijk gezegd. Het college gaat na der bezien wat in het nieuwe investeringsplan zal worden gezet. Hij meent dat als gedeputeerde staten in 1968 het voorbereidingskrediet goedkeuren het college het zwembad toch wel in het investeringsplan 1970 en volgende jaren een gunstige plaats zal geven. Het college is ervan overtuigd dat hier sprake is van een keiharde urgentie. De heer Melzer heeft gevraagd waar de rapporten zijn van de onderzoeken naar de efficiency en de organisatie van bedrijven en hoe het er mee gesteld is. Nu moet spreker zeggen dat het ter inzage geven van rap porten van organisatie-onderzoeken in deze raad al meer ter sprake" is geweest. Daar bestaan wel bezwaren om deze rapporten zo maar inde raad ter discussie te stellen of ter kennisname te "geven, omdat er ook wel persoonlijke zaken aan de orde zijn. Het is wel mogelijk als het gaat over technische problemen, daar zouden wel eens inlichtingen over verstrekt kunnen worden. Hij kan toch beslist niet toezeggen dat de rapporten ter inzage kunnen worden gegeven. Er is bij de dienst van openbare werken een organisa tie-onderzoek door Universe verricht. Men is aan de uitwerking en de gevolggeving van dit rapport bezig. Op de secretarie is een onderzoek gaande, er is een reorganisatie in ontwikkeling. Tevens is men bezig met een onderzoek bij de gemeentelijke geneeskundige en gezondheids dienst. Dus niet bij de VVD. De heer VAN DER WERFF veronderstelt dat dit heel logisch is. De heer MELZER zegt dat de raad toch de mogelijkheid van beslo ten vergaderen kent. Wethouder VAN BIJNEN zegt dat hij daar toch wel eens in het col lege over moet praten. De heer Kroon heeft gedaan of spreker hem met een computertje in het riet wilde sturenHij zei dat het college nu wel beloofd had dat de raad op 22 februari een exposé van de computer zou krijgen en dat over de mechanisatie het nodige zou worden verteld, maar dat dit niet de be doeling van zijn vraag was. Hij wilde namelijk over de in het voor uitzicht gestelde vergadering praten. Naar spreker's mening heeft de voorzitter al een en ander heel duidelijk gezegd. Vooral bij de planning zullen er nogal wat beleidsaspecten aan de orde komen, waar het col lege het nog niet over eens was. In de loop van het jaar zal er toch wel aan gedacht moeten worden of hier een exposé kan worden gege ven. Het is dus nog niet zo dat het college er al van overtuigd is dat over deze planning al inlichtingen zouden kunnen worden gegeven. Het zal vermoedelijk wel aan de beurt kunnen komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 177