17
18 JANUARI 1968
een definitie van wat het college onder cultuur wenst te verstaan.
Deze opmerking komt persé niet voort uit een complex wat mag leiden
tot formeel detaillisme, maar heeft spreker persoonlijk dringend no
dig om een terreinbepaling te verkrijgen waarbinnen de stedelijke
overheid de op dit punt spelende zaken tracht te behartigen. In de
vergadering der afdeling is gesteld dat dit geen gemakkelijke zaak
is omdat er onder meer 460 definities van cultuur bestaan. Akkoord,
maar laat dan het college de 461ste serveren en daarmee duidelijk
maken waarover het in deze nota precies gaat. Minimaal mag men
hierbij toch enigszins weten wét de overheid nu precies gaat beharti
gen, De definitie ontbreekt dus, maar spreker krijgt het angstige ge
voel bij bestudering van de nota dat het college onder cultuur hier in
de nota wenst te verstaan: "al hetgeen samenhangt met de optelsom
der aanwezige "cultuur"-accommodaties in Breda", hetgeen een prag
matische benadering heet te zijn, waarbij het cultuurbegrip verruimd
wordt op het moment dat het college een nieuwe accommodatie in
Breda bij Uw inventarisatie tegenkomt.
Dus toch een - zo deze juist is - uit de nota gedestilleerde begrips
bepaling, die echter naar sprekers mening te weinig eigentijds is.
Wanneer alom wordt gesteld dat de vóór ons liggende periode wordt
gekenmerkt door toenemende automatisering, wellicht leidend tot
een technocratische vorm van samenleven; wanneer vrije tijd door
algemene werktijdsverkorting, door zijn grotere omvang een pro
bleem wordt, juist dan dacht hij dat cultuurbehartiging door de over
heid een zaak met zeer hoge prioriteit was waarin deze overheid
sterk "initiatiefnemend" en niet "deelnemend" zoals op pagina 6
van de nota staat, zich dient op te stellen.
Ook dan een begripsbepaling voor cultuur welke aanzienlijk ruimer
is dan de door spreker uit de nota gedestilleerde.
Een cultuuropvatting welke zo ruim is dat een stuk geestelijke volks
gezondheid en met name dat van de volksontwikkeling - zoals ove
rigens de Provinciale Nota wfel doet - ook tot dit terrein gaat beho
ren.
Een cultuuropvatting waarin om een simpel voorbeeld te gebruiken,
ook de aanleg van plantsoenen en groenstroken cultuur regardeert, of
andersom een cultuuropvatting die onder meer het doen ontstaan van
een parkeerplaats in de kern van de binnenstad, die de raad voor zich
zelf naar buiten wil zien als een rijk historisch bezit, veroordeelt tot
een puur materieel vandalisme.
Spreker gelooft dat denken in en verantwoordelijkheid voor de toe
komsteen dergelijk breed cultuurbesef noodzakelijk maakt, een cul
tuurbesef waar iedereen gezamenlijk enorm aan moet wennen.
Tegelijkertijd is hij zich ervan bewust dat inpassing van een derge
lijk begrip in de bestaande structuren moeilijkheden met zich brengt,
wat niet weg kan nemen dat het in deze nota als uitgangspunt ver
woord had kunnen worden.
Feitelijkheid.
Spreker wil nog even stil blijven staan bij enkele feitelijkheden uit
de nota, die hij gaarne omwille van hun belang zou willen benadruk
ken.