180 1 FEBRUARI 1968 het standpunt kan staan dat die gegevens dan inderdaad zeer reëel moeten zijn en dat het geen deponeren zou zijn van wat men wenst. Het moet in de realiteit worden geplaatst en er moet worden aange toond dat de behoeften van de gemeente echte harde behoeften zijn, technisch in een bepaalde tijdsperiode te realiseren. Naar spreker's mening zijn dit de kernpunten die de gemeenten zichzelf op moesten leggen. Het gaat natuurlijk niet aan dat de gemeente met overtrokken behoeften aan komt dragen en dat daarop de üitkering gebaseerd zou worden. Het werk dat in Breda nu wordt gedaan zou wel eens een van de elementen kunnen zijn die voor een juiste vaststelling van de be hoefte belangrijk blijken te zijn. De heer Melzer was bijzonder vriendelijk toen hij zei dat het wel ver geten zou zijn de raadsafdeling bijeen te roepen, omdat er zo hard wordt gewerkt. Spreker weet niet of het daaraan ligt, het is in ieder geval vervelend. Er zijn natuurlijk wel elementen aan te wijzen waar om het zo is. Met het investeringsplan is het college echt in de ver drukking gekomen, het is in de aanvang volgens de oude methode op gezet, er zijn daarover diverse vraagstellingen geweest en er zijn in het college diverse besprekingen over gehouden. Conclusie was dat met een nieuw investeringsplan moest worden gekomen, maar intus sen was de tijd al zo ver heen dat er niet meer aan gedacht is dat het in de afdeling voor de financiën - met daarbij de fractievoorzitters - moest worden behandeld. Spreker biedt daarvoor zijn excuus aan. Het college hoopt met het investeringsplan in het kader van de volgende begrotingsbehandeling deze fout niet meer te maken. De vraag van de heer Melzer wat de 1 °]o uitmaakt, kan spreker beant woorden dat dit globaal 150. 000, -- is. Op pagina 107 van de be groting is een stelpost opgenomen die berekend is naar een bedrag van ruim 1.500.000,--, waarvan mag worden aangenomen dat dezeex tra kosten afzonderlijk en boven het aangenomen accres zullen wor den gecompenseerd, via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Deze inkomsten worden dus volledig geraamd. Zou men de post van 10% met 1 °lo verlagen dan is de consequentie daarvan, dat de inkomstenpost ook wordt verlaagd. Daardoor ontstaat dus geen verschil in de inkomsten en uitgaven. De heer MELZER zegt gevraagd te hebben in hoeverre het onrenda bele kosten waren. Wethouder BROEDERS antwoordt dat dit het onrendabel deel is, een rendabel deel is hier niet opgenomen. Men k.an dit trouwens ook zien in de beantwoording op pagina 7 van het vraag- en antwoordboek. Terugkomend op een vraag van de heer Kroon zegt spreker dat het de bedoeling is dat het volgende investeringsplan voor vijf jaar wordt op gemaakt. De opgave is gesteld dit gedegen voor vijf jaar op te zetten. Men zit dan ergens midden in een plan van tien jaar, omdat dit naar de mening van het college al te groot werd. Het vraagt natuurlijk ook extra werk om, als men de plannen er een beetje reëel in wil doen, te berekenen hoe het zal lopen. Hoe verder het tijdstip van realisering ligt hoe minder exact deze berekeningen zullen blijken te zijn. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 180