1 FEBRUARI 1968 186 Hieruit rijzen drie vragen: 1. Is inmiddels de enquête al ingesteld, of welke datum heeft het college als afloop van de enquête? 2. Hoe moet men de enquête verstaan die indertijd in het dagblad de Stem werd gepubliceerd of misschien als persconferentie ge geven werd en waarbij men zo enthousiast scheen - zij zegt "schoon" papier is geduldig - over het gebruik daarvan? 3. Is het college volgens zijn plan reeds met de adressanten van de Steijnlaan in overleg getreden en zo ja, heeft dit de mening van het college verstrekt dat de bezwaren deels ongegrond zijn, deels door maatregelen zijn te ondervangen. Spreekster zegt het stuk van de adressanten hier voor zich te heb ben, plus verder commentaar, maar zij wilde in eerste instantie op deze basisvragen gaarne een antwoord van het college alvorens verder hierop in te gaan. De heer SPANJER zegt een vraag te hebben gesteld naar aanleiding van de clandestiene stortplaatsen. Men zal zich herinneren dat hij in het verleden nogal wat keren heeft gewezen op de vreemde wegwerp- gewoonte van de gemiddelde Nederlander. Spreker zegt deze vraag - welke zeer uitvoerig is beantwoord - speci aal nog eens te hebben gesteld om in het openbaar de nadruk te laten vallen op het feit dat dit euvel elk jaar geld gaat kosten. Er is bekend dat dit vorig jaar 70.000, -- heeft gekost, op de begroting voor vol gend jaar is 130. 000, -- opgenomen. Dit maakt een verschil van 60. 000, --, wat de burgerij eigenlijk zo maar weggooit. Spreker is er bijzonder mee ingenomen dat - en dit is hem uit bespre kingen van de afdeling voor het vervoerbedrijf bekend - het in de be doeling ligt het opruimen van clandestiene stortplaatsen te intensive ren. De heer VAN WERKHOOVEN wil met genoegen constateren dat er voor de werkplaats van het vervoerbedrijf goedkeuring is verkregen en dat binnenkort met de bouw kan worden begonnen. De noodtoestand waaronder reparaties moesten worden verricht, is beëindigd. Er is een goede outillage nodig en er is met vrij beperkte middelen veel be reikt. Spreker is blij dat de wethouder heeft aangegeven hoe het eigenlijk met het aankoopbeleid zit. Hoewel hij in de afdeling voor het ver voerbedrijf zitting had, was de zaak hem toch echt niet duidelijk. Als voorbeeld wil hij daarom de aanschaf van de laatste ambulance auto noemen. Volgens de wethouder komt dus de ambulancedienst, die zegt: "Ik wil graag dat en dat" en geeft een opdracht aan de di recteur om dat te kopen. Toen in de afdeling gevraagd werd wat voor een auto het was, nu de prijs zo hoog was, kon men daar geen behoor lijk antwoord geven. Naderhand heeft de wethouder spreker medege deeld dat het hier om een Mercedes ging die in Leeuwarden werd ge kocht; verdere inlichtingen kon hij niet krijgen. Hij vindt dit een onbevredigende toestand, want als deze aankoop in de afdeling behandeld was, dan had hij zonder twijfel het stuk dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 186