190
1 FEBRUARI 1968
veel moeilijkheden ondervinden. Ook de jeugd moet boven zijn macht
tillen.
Spreekster gelooft niet dat er containers in de hele stad moeten komen.
De heer VAN WERKHOOVEN is de wethouder dankbaar voor de toe
zegging dat hij in het college zal bespreken de zojuist behandelende
aanschaffingen in meerdere afdelingen aan de orde te brengen. Hier
mee wordt aan sprekers bezwaar voldaan.
Hij wil nog mededelen dat hij niet geporteerd is voor de militaire
Volkswagen-ambulance, maar voor het nieuwe type dat juist is uitge
bracht.
De heer VON SCHMID heeft in eerste instantie niets over containers
willen zeggen, omdat hij zelf in de Steijnlaan woont. Nu is ter sprake
gebracht dat er onder het verzoekschrift een handtekening van een
raadslid staat. Zelf heeft spreker met die containers niets uit te staan.
Zelf ziet hij nooit iets van die containers. Eigenlijk is zijn gezin er
erg tevreden over. Er is echter een ander punt dat nog niet ter sprake
is gebracht. Een van de grote bezwaren die men er tegen heeft is niet
eens een praktische aangelegenheid, maar het onesthetisch gezicht.
Als men het van die kant bekijkt vindt ook spreker het een lelijk ge
zicht, als men die laan eens inkijkt en men ziet al die bakken staan
- een enkele groen, anderen weer niet - het blijft een lelijk gezicht.
Om deze reden heeft hij mede-ondertekend, omdat hij dus vreesde
dat als men het systeem zou gaan uitbreiden, de naar zijn smaak zeer
onsierlijke bakbeesten ook in andere delen zouden komen te staan.
Als men zegt dat Breda als woonstad aantrekkelijk moet zijn, mag
men dit toch ook wel overwegen.
Wethouder GIELEN meent te hebben gezegd dat men hier te doen
heeft met een proef zowel in de Marialaan als in de Steijnlaan. De
proef dient om tijdens de proeftijd vast te stellen of het systeem al
of niet voldoet. Tot nu toe is bekend dat zij in de Marialaan is ge
slaagd, want van de Marialaan is nooit één klacht gekomen. In de
Steijnlaan ligt het anders.
Het spijt spreker dat hij heeft gesproken van 70 ondertekenaars, het
waren er inderdaad 76, bijna 3/4 deel van de gezinnen die er iets
mee te maken hebben.
Hij herhaalt nogmaals dat het verstandig is, dat als de bewoners klachten
hebben, zij die bij de directeur van het vervoerbedrijf deponeren, om
dat die van plan is een goed gedocumenteerde enquête in te stellen
om daaruit dan conclusies te trekken. Het is nu nog te vroeg een oor
deel uit te spreken en te verlangen er niet meer mee door te gaan.
Waarom zou iets wat zo nuttig kan zijn en wat zoveel voor de effi
ciency betekent wel in Tilburg en priori in Breda niet mogelijk
zijn?
Met hetgeen de heer von Schmid heeft gezegd wordt bij de enquête
natuurlijk ook rekening gehouden. Bij de bepaling of met de proef al
of niet zal worden doorgegaan speelt het esthetisch element natuurlijk
ook een rol.
Hierna wordt de begroting van het vervoerbedrijf aangenomen.