197
2 FE3RUARI 1968
in de stad wel niet anders zal zijn. Hierbij moet nog wel worden op
gemerkt dat het wettelijk nodig is dat vanaf de eerste klas gymnastiek
onderwijs wordt gegeven, maar bij de juist door haar genoemde scho
len begint het pas Bij de 4e of de 5e klas, behalve met uitzondering
van de schooi aan de Beverweg. Dit is natuurlijk een enorme tekort
koming. Met mevrouw Jager is spreekster van mening, dat lichame
lijke opvoeding voor de kinderen beslist moet beginnen in de kleuter
jaren, dus in de vroege jeugd. Dit ten eerste voor de lichamelijke op
voeding en ten tweede voor de geestelijke vorming. Hierdoor wordt
de jeugd mede opgevoed en belangstelling bijgebracht voor sport en
spel, hetgeen belangrijk is met het oog op de toenemende vrije tijd.
Hoewel het haar bekend is dat alles afhangt van de financiën vraagt
zij toch met de meeste drang om gymnastiekzalen. Zij meent wel te
kunnen stellen dat het zuiden voor wat betreft gymnastieklokalen
achterligt bij boven de Moerdijk, de rijksoverheid heeft niet helemaal
met gelijke mate gemeten. Zij wil dus vragen om daar toch wel heel
erg op meerdere gymnastiekruimten aan te dringen.
Spreekster is van mening dat op het gebied van de speelgelegenheid
enorm veel is gedaan en gerealiseerd in de laatste jaren, zulks geldt
ook voor speeltuinen, speelterreinen en ingerichte speelplaatsen. Zij
is echter ook de mening toegedaan dat in de toekomst niet alleen mooie
speeltuinen moeten worden gemaakt. Het kind heeft in eerste
instantie behoefte om rond de woning te kunnen spelen. Voor de uit
breidingsplannen die er nog zijn en die hopelijk gerealiseerd kunnen
worden, wil zij aandringen op een ruime opzet, zodat er om de hui
zen voldoende ruimte bïijft, zodat de kinderen in de directe omgeving
van de ouderlijke woning kunnen spelen. Dit te meer omdat ook het
autobezit toeneemt en tegenwoordig ook de trottoirs voor de kinderen
worden onttrokken omdat er auto's op worden neergezet. Zij dringt
dus aan om zoveel mogelijk open terrein tussen de woningen, waar
dit mogelijk is, te realiseren, om zo de kinderen gelegenheid te ge
ven hun spel te kunnen uitoefenen. Dit is even goed hard nodig als
gymnastiek.
De heer VAN GASTEL wil graag de woorden van de dames Jager
en de Bonte ten aanzien van de gymnastieklokalen en de speelgele-
genheden onderschrijven. Hieraan wil hij nog toevoegen dat in de
bij het jaarverslag 1965 van de sportstichting behorende slotnota van
de werkgroep tot verhoging van het spelpeil in de sport wordt gezegd
wat er anders zal moeten gebeuren.
Ook daar zijn de gymnastieklokalen genoemd.
In het algemeen wil spreker vragen hoe het staat met de realiserings
kansen van veel wensen en verlangens, wat de nodige tijd is, welke
fasering er wordt aangehouden en welke financieringsmiddelen er zijn
om te komen tot realisering van wat in dit advies van de werkgroep
tot verhoging van het spelpeil was aangegeven. Voorts vraagt hij welke
beleidsvisie net college voor de toekomst heeft en of er reeds werk-
roepen zijn ingesteld die studeren over vraagstukken zoals de nodige
ulp voor mindervaliden, voor sportkeuze, opleidingsinstituten, leef
tijdsverloop, ongeorganiseerde sport en dergelijke.
Wethouder VAN BUNEN constateert dat zowel de dames Jager en