203
2 FEBRUARI 1968
verwarming. Hij kan nu nog niet precies zeggen wanneer, maar het
heeft inderdaad de volle aandacht en het college zal daar zo snel
mogelijk toe komen. Als het gedaan wordt, moet het goed worden
gedaan en het moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren.
De heer MELZER zegt: "En met een warm hart".
Wethouder GIELEN reageert hierop met: "Zoals de wijkverwarming
warm is.Spreker zegt vervolgens gisteren min of meer op een vraag
voorbereid te zijn geweest, anders zou hij waarschijnlijk het antwoord
niet zo snel hebben kunnen geven. Nu blijkt echter dat hij de door de
heer Melzer gestelde vraag niet goed heeft begrepen.
De heer MELZER zegt dat hij geen "derde instantie" had.
Wethouder GIELEN antwoordt dat het maar gelukkig is dat er nu
wel een "eerste instantie" is, zodat de vraag gesteld kan worden. De
ketelhuizen draaien nu op zware olie, straks zullen zij worden omge
bouwd op aardgas. Omdat dan een grote hoeveelheid zal worden afge
nomen zal het aardgas tegen een lage prijs kunnen worden ingekocht.
Een prijs die voor de grootverbruikers van meer dan 1.000.000 m3 per
jaar uitermate laag is. De vraag is dan of de bewoners van op wijkver
warming aangesloten woningen ook een dergelijk laag tarief berekend
kunnen krijgen voor hun huishoudelijk verbruik van gas. Spreker kan
zich voorstellen dat deze vraag is gesteld. Wanneer iemand een eigen
centrale verwarming heeft dan krijgt hij bij een verbruik boven een
aantal m3 een lager tarief en dan geldt hetzelfde lage tarief ook voor
het gas dat hij in zijn keuken en in zijn badkamer gebruikt. Dit is de
gemaakte tegenstelling. Nog vanmorgen heeft spreker echter uit laten
zoeken wat onder dezelfde omstandiglieden een eigen unit aan stoken
kost en wat. dat zal gaan kosten in dezelfde woning met een zelfde
verwarmingscapaciteit in een "wijkverwarmde" woning. De man met
een eigen verwarming verstookt 3000 m3 en is daarvoor kwijt 3000 x
f 0»0 "f. 210, Neemt men nu aan dat hij 300 m3 nodig heeft voor het
huishouden, dan is hij daaraan kwijt een vastrecht van f 150,-- en
300 x 0,07 f 21, --. Bovendien betaalt hij voor elektriciteitsver
bruik van de pomp f 20, -- en komt zo aan een totaal van f 401, --
per jaar. Nu neemt men de man van de wijkverwarming. Hij betaalt
een voorschot van 300, --, in dat voorschot van 300, -- zit aan
vaste kosten 83,38, blijft over 217, -- voor de variabele kosten,
dus de stookkosten. Die man is voor zijn keuken kwijt 12, -- vast
recht en 300 x 0,25 - f 75, dus totaal f 304, --. Men moet dus
die 304, -- van de wijkverwarming stellen tegenover de f 401, --
van de man die een eigen unit heeft. Met andere woorden, die man
van de wijkverwarming is veel goedkoper uit dan de man met een
eigen unit. Dan kan men blijven stellen dat dit geen principieel ant
woord is, want men zou kunnen zeggen: "geef die man dan gas ook
voor 0,07, dan gaat er nog eens af 300 x 0,25 - 0, 07)
50, --, dan kost het hem geen 304, maar 254, - -. Maar dit
gaat zo maar niet; want die tarieven voor het huishoudelijk gebruik,
dus het vastrecht van 12, -- en die 0,25, zijn algemeen landelijk
tarief waar Breda zich niet zonder meer aan kan onttrekken. Zou Breda