207 2 FEBRUARI 1968 schriftelijk en mondeling vragen, ook ditmaal: volgnr. 02.212, rond dat engagement van de noge burger. Het uitgereikt boekje was een te loven streven, maar het voldeed niemand. Toen heeft de burgemees ter op nieuwjaarsdag 1968 een hele schep jongeren op zijn receptie ge nodigd. Namens spreker's fractie gaarne een gelukwens voor dit frisse initiatief. Dat was niet alleen fleurig tussen de wat plechtige, donke re costuums - al komen de raadsleden dan niet meer in jaquet - wat hippe imprimeedjes daartussen, het was toch erg prettig. Het was ook oed als een begin, maar spreker vraagt graag naar de follow-up, naar oe het nu verder gaat. Want - en dit naar aanleiding van het door hem genoemde volgnummer - verder gaat het college ter zake nu weer, als hij het uit het vraag- en antwoordspel goed begrijpt - een panklaar plan maken, waarvan het de raad gaarne te zijner tijd zal informeren. Als het op enig moment klaar is, is het onaardig als hij zegt dat het wel goed werk is, maar dat het heel anders zou kunnen, misschien zelfs dat de raad behoefte heeft om te zeggen dat het anders zou moeten. Zou het niet praktischer zijn als raad en college poogden samen dit wezenlijk vraagstuk van de democratische beleving in het heden te bespreken en aan te pakken. Spreker dacht dat de voorzitter daar gis teren in zijn beantwoording even op doelde. De leden van de raad heb ben soms iets meer contact met de burgers, dan het college, omdat als het college contact heeft, is het meest coute que coute met een vragen de burger. Gisteren citeerde in dit verband de heer Kroon de oude frac- tievoorzitter van de socialisten ten aanzien van het gevoelen ietwat buitenspel te staan. Tot slot wil spreker nog twee kanttekeningen maken. De fractie wacht gaarne de toegezegde personeelsnota af, zoals in punt 53 van het vraag- en antwoordspel staat. Spreker hoopt wel dat de tijd wordt gegeven de ze lang niet voorziene en niet voorziene materie te bestuderen. Hij veronderstelt dat het toch wel een moeilijke nota is, zoals er al meer in dit jaar zijn overgelegd. De fractie wil de bezwaren delen, zoals die bij de beantwoording van punt 100 tegen een ideeënbus zijn gegeven. Speciaal omdat de fractie in de ambtelijke kring verwacht en ook uit ervaring weet, dat ieder zich, zonder verder op specifiek extra geldelijk gewin of eerbewijs be lust te zijn, zal inspannen en de zaken zo goed, snel en efficiënt mo- felijk met kennis van zaken zal behartigen. Daarnaast zou spreker's •actie gaarne expliciet de bezwaren die door het college geopperd zijn tegen een algemeen secretariaat ten gunste van de raadsleden on derschrijven. Hij meent namelijk dat een dergelijke uitspraak thans van grote betekenis is voor de duidelijkheid. De fractie is beslist niet van mening dat de taak van de raadsleden sterke overeenkomsten zou moeten gaan vertonen met een soort ombudsman, hij acht een derge lijke vergelijking een bedenkelijke uitholling van de werkzaamheden van de leden van de raad en een tekort aan hun verantwoordelijkheid op bestuurlijk en controlerend gebied. Bovendien vindt hij het eigen lijk toch wel een miskenning van het goede verkeer tussen het college als uitvoerend orgaan en de raadsleden te zamen als wetgevend orgaan. De raad krijgt immers in dat informele vlak gelegenheid te over om de burger van Breda die zich terecht over iets beklaagt, van dienst te zijn, al zal het niet altijd mogelijk zijn dat het probleem direct ver holpen wordt. Van de zijde van de raad worden de leden van het col-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 207