2 FEBRUARI 1968
214
dus weer voorgewerkt. Achteraf zei een N.A.C.-man direct - en spre
ker hoeft niet te zeggen wie dat is - waar moet men zondags zijn auto
laten als er een voetbalwedstrijd is? Dit heeft spreker in de verkeers-
commissie inderdaad over het hoofd gezien. Hij haalt deze dingen
aan om te laten zien dat die verkeerscommissie op het ogeblik geen
dingen behandelt die bordjes betreffen, maar algemene zaken van
het verkeer in de stad. Het plan van de heer van Katwijk voor de
Belcrum noemt spreker een keurig plan. Er is nu een behoorlijk autover
keer mogelijk. Iedereen heeft daar een auto en het verkeer zat daar
hopeloos vast, Er is een prachtig plan gemaakt, eenrichtingsverkeer,
parkeren en dergelijke dingen, net is op een mooie manier geregeld.
Dergelijke plannen zijn er thans ook voor de Anna Paulownalaan en
omgeving en het sportpark I. Deze zaken behoren volgens spreker niet
langs de raad heen te gaan, zij moeten hier worden behandeld.
Het is bekend datde verkeerscommissie bestaat uit een werkgroep, aan
gevuld met drie raadsleden en met specialisten, die hun kostbare tijd
geven en die zo welwillend zijn zonder honorering advies inzake het
verkeer te geven. Men voelt wel dat dit verkeersaeskundige mensen
zijn, maar deze deskundige mensen zijn over het algemeen in hun
werk zwaar bezet. Hieruit volgt dat er in de verkeerscommissie een
groot absenteïsme is. Er is regelmatig een groot percentage afwezig
en dit komt het werk niet ten goede. Als een ander bezwaar voelt
spreker - en hierover heeft hij al eens met de wethouder in de clinch
gelegen - dat men als raadslid zitting heeft in de commissie. Spreker
vindt dat men als raadslid de plicht heeft niet alleen te letten op de
technische zijde, maar ook het financiële probleem te bezien. Er kan
een voorstel komen dat men zegt: "ja, dat is eigenlijk wel aardig, dat
kunnen we doen". Wanneer hij als raadslid echter ziet wat de kosten
zijn om een eenvoudig iets te bereiken, dan is er een mogelijkheid
en die is er een paar keer geweest) dat gezien de financiële conse
quenties er niet toe moet worden overgegaan. Hier staat men dus te
genover elkaar omdat de voorzitter de verkeerscommissie zuiver als
technisch beschouwt. Ook dit is dus een bezwaar van de werkwijze
van deze commissie. Daarom wil spreker met een voorstel komen,
mede gezien de gang van zaken in andere gemeenten. Daar is de
werkwijze als volgt: op de eerste plaats is daar de werkgroep. Deze
groep bestaat uit vertegenwoordigers van de verkeerspolitie, vertegen
woordigers van openbare werken en vertegenwoordigers van het G. E. B. -
bedrijf. Deze groep kan zeer constructief werk doen omdat - wat na
tuurlijk 16 i 20 jaar geleden niet het geval was - op het ogenblik be
schikt kan worden - en bij de politie en bij openbare werken - over
buitengewoon goede verkeersdeskundigen. Dit is een vak geworden.
Spreker brengt nier nog een eresaluut aan Ir. van Katwijk, die Breda
helaas heeft verlaten. In zijn plaats is Ir. van Eyndhoven gekomen.
Spreker hoopt dat van de zijde van deze jonge ingenieur de nodige
constructieve voorstellen zullen komen, de opleiding en de capaci
teiten heeft hij. Van de politie heeft spreker niets te vertellen. Er is
een bekwame hoofdinspecteur voor het verkeer, de heer van Abeelen
en zo zijn er meer. Hij wordt dijkwijls door de heer van Goethem bij
gestaan, die ook buitengewoon bekwaam is. Dit zijn dus geen ama
teurs meer, dit is een groep van deskundigen, aangevuld met een des
kundige van het energie- en waterbedrijf, zulks in verband met het