21
18 JANUARI 1968
zen op de consequenties van "de toeneming van de vrije tijd".
In het provinciaal programma 1966 vindt men iets dergelijks onder
artikel 12, waarbij overigens wel de behartenswaardige restrictie
wordt gemaakt het culturele leven te stimuleren en te steunen "voor
zover het zich op verantwoord, nationaal niveau bevindt"
Het gemeenteprogramma 1966 is wat ieler: wel bevat het een eigen
hoofdstuk (8), maar dat handelt eigenlijk slechts over kunst, al wij
zen "vorming","verstrekking van jeugdpaspoorten, ateliers en ten
toonstellingsruimten", "monumentenzorg" enz. op ruime interpre
tatie. De zo geprogrammeerde beginselen, die de VVD-fractie aan
hangt, acht spreker voor geen enkel misverstand vatbaar.
Hij is hier speciaal op ingegaan, niet om met het blauwe vaantje van
het liberalisme te zwaaien, maar wel omdat vaak in dit helè. verband de
goede Thorbecke geciteerd wordt, maar dan klakkeloos uit de 19e
eeuwse sfeer en zonder het volledige verband van zijn beruchte uit
lating dat kunst in geen enkel opzicht regeringszaak zou zijn.
Volledig luidt het citaat namelijk "Kunst is geen regeringszaak - in
zoverre de regering geen oordeel, noch enig gezag heeft op het ge
bied der kunst". En die restrictie wordt jammer genoeg verder steeds
weggelaten.
Het 3e aspect was het persoonlijk oordeel ten aanzien van de cultuur-
behartiging.
In tegenstelling tot de nota van het college die hij hiermede verder
direct in zijn beschouwingen wil betrekken, meent hij bepaald, dat
een uitspraak, wat onder cultuur verstaan moet worden van essentieel
belang is.
Als men het daar niet over eens wordt en hij is blij dat het ook al door
een van de andere raadsleden, namelijk die van de grootste fractie ter
sprake is gebracht dan zal men tot in lengte van dagen in de standpunt
bepaling blijven verschillen. Hoewel historici veelal liever van "be
schaving" spreken, heeft hij in het geheel geen bezwaar tegen het
woord "cultuur", dat meer uit de sociologische sector komt.
Hoe zou hij ook?
In het centrum van de stad loopt vanouds de Katerstraat en de. binnen-
bocht ervan is inmiddels vrijwel geheel gemeentelijk eigendom gewor
den. De Katerstraat, later fraai via volksetymologie met een heilige
verbonden tot Catharinastraat, Net zoals de begijnen pas eeuwen la
ter de H. Begga als stichteres opscharrelden.
Maar die oorspronkelijke "Kater" duidt in feite op het kouter of culter,
dat wil zeggen de ploegschaar, die de woeste gronden omtoverde in
bebouwde grond, in een natuurbeheersende samenleving van vroege
Bredanaars.
Alleen, en dat geeft hij toe, als men de moeite neemt om Huizinga's
"Geschonden Wereld" (V.G. VII p.48 e.v.) op te slaan, ziet men
reeds welk een diversiteit van meningen er zijn rond de woorden "be
schaving" en "cultuur" om van "Kultur" of "civilisatie" maar niet te
spreken. Maar er bestaat in Nederland, net als hij eigenlijk signaleer
de ten aanzien van het gemeente-programma van de VVD, de wat ge
vaarlijke neiging het begrip te hanteren als kunst, soms zelfs gevestig
de kunst, soms zelfs kunst met grote "K". In het literaire heeft een
van de weinigen, die het in Nederland gegeven was met succes sarcas-