2 FEBRUARI 1968 220 andering te brengen en degenen die zo lang en op buitengewone ma nier hebben meegewerkt, de laan uit te sturen. Dat is helemaal zijn bedoeling niet. Het is misschien mogelijk om op een of andere ma nier de specialisten om consult te vragen. De wethouder onderschrijft de woorden dat dergelijke specialisten zijn verkregen, die werkelijk volledig in staat zijn om de plannen naar voren te brengen. Dan vindt spreker een meerdere begeleiding van de raad op zijn plaats. Spreker hoopt de toezegging te krijgen dat van het plan - waarvoor hij het schema bij zich neeft - door het college werk zal worden ge maakt. De heer VAN DER ZWAN zegt dat de heer van Werkhooven met een vrij ingrijpend voorstel komt waarvan de raad eigenlijk niets weet. Spreker neemt aan dat de heer van Werkhooven doorgaat op de door hem onder nummer 122 gestelde vraag. Deze vraag was li regel. Hij meent dat het beter zou zijn als de heer van Werkhooven zijn voorstel nader in het voorlopig verslag had uitgewerkt, zodat ieder het zijne kon zeggen. De heer KROON heeft de indruk dat de heer van Werkhooven toch niet duidelijk voor ogen staat wat voor soort commissie dit is. Het is namelijk geen raadsafdeling. Het lijkt spreker eerder een adviescom missie voor het college van burgemeester en wethouders. Dan ligt de zaak toch enigermate anders dan bij een normale raadsafdeling. Daar om is spreker het met de heer van der Zwan eens, dat eerst beraad moet volgen, voor wordt overgegaan tot een heel andere vorm en werkwijze dan tot nu toe is geweest. Mevrouw VAN MIERLO zegt dat in het antwoord op vraag 125 is geschreven: "onder deze regeling vallen van het korps 2 leden, die m 1966 de 60-jarige leeftijd bereikten en 3, die in 1968 zestig jaar zullen worden". Zij vraagt of de 60-jarige leeftijd alleen gelat voor de commissaris of voor alle politiebeambten. Als dat zo is waarom wordt hier dan over jaarwedden gesproken, als men twee jaar weg is, moet men niet meer spreken van jaarwedden maar van pensioenen. Wethouder VERMEULEN herhaalt ten derde male dat het college bereid is om over de door de heer van Werkhooven aan de orde gestel de materie van gedachten te wisselen. Dit heeft hij reeds tot in den treure gezegd. De heer van Werkhooven heeft gezegd dat spreker is ingegaan op de details en dat dit eigenlijk zijn bedoeling niet was. Nu is de heer van Werkhooven echter met details gekomen ter adstructie van zijn stel ling. Hij heeft gezegd dat hij een nieuwe vorm nodig had en toen kwa men de voorbeelden. Wat ligt er volgens spreker nu meer voor de hand dat degene die aan de oppositiekant zit iets nader op die voorbeelden ingaat en een aantal indrukken bij de raad wegneemt die anders ten onrechte gevestigd zouden kunnen zijn? Het is niet voor de eerste keer, maar voor de tweede maal dat hij er mee komt. Volgens spre ker is het en de eerste maal en de tweede maal voldoende uitgesproken. Voor de nadere toelichting van de heer van Werkhooven, dat net niet diens bedoeling is geweest de indruk te wekken dat er iets met het ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 220