2 FEBRUARI 1968 (avond)
De voorzitter heropent te 19. 00 uur de vergadering.
De heer KROON zegt het uitvoerig en deskundig betoog van de heer
Baijens te kunnen onderschrijven. De schoolbesturen van de protestants
christelijke scholen hebben ook moeilijkheden, die de besturen van
de openbare scholen niet hebben. Van de ouders moeten regelmatig
gelden worden gevraagd om allerlei dingen te kunnen bekostigen. Die
gelden worden uiteraard gaarne gegeven, doch het moest eigenlijk
niet nodig zijn, dat er extra geld aan de ouders van schoolgaande kin
deren moest worden gevraagd. Dit is een bewijs, dat de uitkeringen
van de overheid te laag zijn. Het is wel zo, dat bij verhoging van de
uitkeringen de begroting een tekort zou te zien geven van bijna een
ton. Deze ton zou moeten worden gevonden in extra-uitkeringen uit
het gemeentefonds en met name uit de doeluitkeringen. Niet alleen
in Breda, doch in geheel Brabant liggen de uitkeringen ver achter op
die in de rest van het land. Bij een door spreker ingesteld onderzoek
bleken de cijfers van Brabant de laagste te zijn van alle provincies.
Hij is van mening, dat de school in de Middellaan wel moet worden
meegerekend, zodat de uitkeringen hoger komen te liggen.
Mevrouw DE BONTE zegt ook gaarne de betogen van de beide voor
gaande sprekers te willen ondersteunen. Ook zij is van mening dat de
school in de Middellaan moet worden meegerekend. Op zijn minst
moet voor de bijzondere lagere scholen de meest gunstige situatie uit
de bus komen.
De heer VAN DER ZWAN zegt, dat de heer Baijens heeft aange
toond, dat het bedrag per leerling hoger moet worden. Hij heeft echter
niet aangegeven wat dit voor consequenties op de begroting zou hebben.
Daarom heeft spreker dit maar uitgerekend. Hij verwijst hiervoor naar
bladzijde 54 van de nota van aanbieding waar staat: exploitatievergoe
ding per leerling 1.342. 000, --. De verhoging, die de heer Baijens
voorstelt is ongeveer 9°/o, hetgeen neerkomt op ongeveer 120. 000, --
en dat is nagenoeg het bedrag dat op bladzijde 56 staat aangegeven
als het verschil tussen de opbrengst uitkering lager onderwijs en de
nettokosten van het lager onderwijs en dat is 121, 026, Wat dat
betreft zegt spreker heeft de heer Baijens gelijk. Als de totale uitke
ring voor het lager onderwijs gebruikt wordt zal zijn voorstel zeker
aangenomen worden, ware het niet, dat dit bedrag dan ook in de be
groting moet worden verwerkt. Het voorstel van de heer Baijens zou
tot gevolg hebben, dat de begroting niet zou kloppen. Wat dat be
treft zijn er bij spreker reeds enige twijfels gerezen om voor zijn voor
stel te stemmen als er eventueel gestemd moet worden. Hij wil er
echter wel voor pleiten om in volgende jaren het gehele bedrag, dat
voor het lager onderwijs beschikbaar komt ook volledig in de begro
ting te verwerken.
De heer VAN DER WERFF zegt, dat wethouder Broeders gisteren bij
de algemene beschouwingen gezegd heeft, dat hij weinig invloed kon uit
oefenen op bijvoorbeeld l.t.s.u. t.s.h.t.s. en ook op andere scho
len waarover de gemeente geen direct besturende taak heeft. Hij heeft
dat volkomen terecht gesteld. Spreker stelt nu een politiek betoog te