237
2 FEBRUARI 1968
onderhoud. AI bij al is er voldoende aanleiding om te zeggen, dat de
school in de Middellaan in bijzondere omstandigheden verkeert. Al
thans dat is het college van mening, doch niet alleen het college en
ook niet het college en de raad beslissen, dat de school in bijzondere
omstandigheden verkeert, doch daar is ook nog de goedkeuring van
de minister van onderwijs en wetenschappen op vereist.
Met betrekking tot de administratiekosten heeft de heer Baijens gezegd,
dat het bedrag niet lager mag zijn dan de minister heeft bepaald. Spre
ker wijst erop, dat het betreffende wetsartikel nog niet in werking is
getreden, althans in zoverre niet, dat de minister nog geen bedrag
heeft vastgesteld. Uit ter zake ingewonnen informaties is het spreker
duidelijk geworden, dat de vaststelling van een dergelijk bedrag ook
niet binnenkort is te verwachten. Een voorstel daartoe is zelfs nog niet
in voorbereiding.
De heer Baijens heeft gesteld, dat in een beroepsprocedure is uitge
maakt, dat een bedrag van ƒ5,-- per leerling voor administratiekos
ten voor het jaar 1966 als een redelijke vergoeding wordt aangemerkt.
De heer BAIJENS zegt bij interruptie, dat niet hij dat heeft gesteld,
maar dat hij dat in het vraag- en antwoordboek heeft gelezen.
Wethouder BROEDERS zegt, dat de heer Baijens dit in ieder geval
even heeft aangehaald. Als er in een beroepsprocedure ten aanzien
van een bepaalde g.l. o. -school uitspraak zou worden gedaan over
het bedrag per leerling voor de administratiekosten, dan zou deze
uitspraak nog niet maatgevend zijn voor alle andere scholen. Ook
voor de kosten van oudercommissies is op dit moment nog geen rege
ling. Als de heer Kroon deze punten van de heer Baijens onderschrijft
en zegt, dat in bepaalde scholen bepaalde zaken niet behartigd wor
den en dat daardoor het onderwijs in moeilijkheden komt, dan meent
spreker, dat er misschien ook wel aanleiding bestaat om te zeggen, dat
het bijzonder onderwijs in bepaalde opzichten in een wat gunstiger po
sitie verkeert.
Als er bij de openbare scholen bijzondere dingen gedaan worden dan
werkt dit direct door in het bedrag per leerling. De wijzen van uitoefe
ning zijn bij het bijzonder onderwijs duidelijk groter dai bij het open
baar onderwijs. Daar is niets aan te doen en daar moet rekening mee
worden gehouden. Als de heer Baijens erop wijst, dat aan nieuwe scho
len geen onderhoud behoeft te worden uitgevoerd, dan moet spreker
er toch op wijzen, dat juist bij de openbare scholen het systeem wordt
gevolgd met betrekking tot het onderhoud, dat, ook al gebeurt dat
niet, er toch onmiddellijk een fonds wordt gevormd om daarmede
een redelijke onderhoudspost te hebben voor de openbare scholen. Als
dit niet zou gebeuren, zou dit aanleiding geven tot piekvorming in be
paalde jaren bij de vaststelling van het bedrag per leerling. Spreker
gelooft, dat dat niet redelijk zou zijn en dat daardoor het gemeente
bestuur in een bijzonder onmogelijke positie zou kunnen komen te ver
keren. Door regelmatig dat onderhoud als fondsvorming op een plan
wat daaraan ten grondslag ligt te brengen, is het mogelijk om tot ge-
lijke kosten voor onderhoud te komen, óók voor nieuwe scholen, zo
dat dat geen nadelige invloed heeft op het bedrag per leerling.
Spreker vervolgt, dat hij beschikt over vergelijkende cijfers in de Bra-