24
18 JANUARI 1968
waar in Breda honderden, ja duizenden blijkens het rapport over de
Bredase amateurcultuur en ook blijkens deze nota instumentaal actief
zijn, er slechts 30 leerlingen voor harmonie/fanfare ingeschreven zijn
bij de Stedelijke Muziekschool? Bestaat daar onvoldoende contact of
aansluiting?
Naast de kwalitatieve waarderingsschaal, die duidelijk - en terecht -
uitgaat van de mate van betrokkenheid van het publiek, zal ook het
kwalitatieve aspect aandacht verdienen.
1000 bezoekers bij een film van Tati of Agnes Varda acht sprekervan
wezenlijker betekenis dan 10.000 bij 007 of Derby rides again.
De vreugde, die spelers en publiek beleven bij een amateurvoorstel
ling in de stadsschouwburg kan symptomatisch zijn voor de sociale sa
menhang en belangstelling voor hun recreatief verantwoord vrijetijds
bestedingspatroon voor de liefdadigheid en voor zelfs de vaardigheid
der liefhebbers op de planken in Breda, doch kan een volle zaal daar
in cultureel opzicht vergeleken worden met een halfvolle bij een pro
fessioneel gezelschap? Een moeilijke vraag en nu hoopt spreker dat er
niemand hard met de deuren gaat slaan, want dat bedoelt hij niet.
Maar dat standpunt heeft ook de keerzijde, namelijk deze: als er voor
een cultureel evenement 1000 bezoekers zijn, moeten die op een of
meer avonden een plaats krijgen, eventueel nog meer, doch als ervoor
experimenteel toneel slechts 80 belangstellenden zijn te verwachten,
dient het evenement zich ook in een daarvoor geëigende ruimte af te
spelen, niet in een zaal voor 800.
Zo komt spreker vanzelf via deze nota op de ruimtelijke problematiek
en toch ook naar zijn gevoelen zeer beslist binnen het kader van deze
nota.
Immers deze nota heeft veel van een ijsberg, niet dat het verwarrend
is, namelijk datgeen wat we zien dobberen is slechts 1/5 van het to
taal; die 4/5 onder de waterlijn zijn zeker even interessant en essen
tieel. Daarbij vormen de ruimtelijke voorzieningen, die wèl genoemd
worden - ten bate van een amateuristische of creatieve werkplaats -
waar hij hetzij terloops overigens opgemerkt, liever een kunstkaste
lein (pagina 13), dan een consulent zou zien - maar dan vormen die
ook slechts een onderdeel van het gehele bestel van ruimten voor cul
tuur.
Gelukkig is de werkgroep met inventarisatie bezig; daarnaast wellicht
met toekomstplannen op bouwgebied, maar toch hopelijk dan ook met
budgettering vanhet mogelijke?
Doch dit is als vraag parathese. Heeft het college echter bij deze -
toch in Breda schaarse - ruimte ook al eens aan het inmiddels 701 jaar
oude Begijnhof gedacht?
Spreker veronderstelt dat bij analyse èn bij uitwerking van de organi
satie evenzeer in het cultureel beleid in de toekomst met het VVV als
met het Turfschip rekening zal worden gehouden.
Doublures in opzet, gebrek aan communicatie bij de planning en ook
bij de uitvoeringen gaan steeds ten koste van de veel geplaagde be
lastingbetaler. Hij wil ook vragen om directe inschakeling van de PRD,
de heer Buising. Het lijkt hem essentieel, maar hij leest er nergens
over.