251
2 FEBRUARI 1968
de wethouder hem kan informeren over de vraag of het bij de veelheid
van subsidies die gegeven worden mogelijk is een efficiënte controle
op de besteding van de subsidiegelden uit te oefenen en of het moge
lijk is dubbele subsidiëring te voorkomen. Naar aanleiding van vraag
191 over Ensemble zegt spreker, dat het naar zijn mening een gunstig
feit is, dat de veranderde visie op het Nederlands toneelspel samen
valt met een mogelijke beleidsversterking bij Ensemble. Hij vraagt
of de beantwoording van vraag 191 inhoudt een op voorhand gewijzigd
standpunt van het college met betrekking tot de subsidiëring van dit
gezelschap.
Ten aanzien van de Beijerd wil spreker zich uitdrukkelijk distantiëren
van de uitspraak op vraag 177. Hij is van mening, dat de Beijerd in de
landelijke pers op rancuneuze wijze onder de loep wordt genomen en
hij wil het antwoord daarop zijnerzijds met het eerste deel van de pro
vinciale nota daarbij in fotocopie toezenden.
Voor wat de stadsschouwburg betreft zegt spreker zeer benieuwd te
zijn naar het rapport van het schouwburgbezoek van de sociografische
dienst en hij wil graag aan de wethouder vragen of er tegemoet geko
men is aan zijn vraag, gesteld in de afdeling, of daarbij is opgenomen
het aantal bezoekers, dat met abonnementen in de schouwburg is bin
nengekomen.
Verder vraagt spreker of de vraag gesteld onder volgnummer 200 nu wel
te beantwoorden is of dat hiervoor gewacht moet worden op het rapport
over de culturele accommodatie. Hij zegt ook gevraagd te hebben
naar een overzicht van de te verlenen subsidie in het komende jaar
aan de stadsschouwburg. Voor antwoord hierop werd hij door het col
lege verwezen naar de cultuurnota. Zijn vraag is nu of het antwoord
op die vraag nu wel kan worden gegeven of dat dit ook afhankelijk is
van het onderzoek naar de accommodatie.
Spreker is erg verheugd over de 10.000, -- subsidie, die verleend
wordt aan de kunstzinnige vorming van de jeugd. Een hobby van hem
is het stimuleringsfonds Bredase kunstenaars. Hij heeft de indruk, dat
deze suggestie zou kunnen bijdragen tot stimulering van kunstzinnige
uitingen van de kunstenaars in Breda zelf, omdat naar zijn mening
het hart van Breda een rijke schakering heeft van verschillende kunste
naars. Hij gelooft, dat er in en in de omgeving van Breda te weinig
beroepskunstenaars zijn zowel kwalitatief als kwantitatief gezien. Bij
het Beijerdfonds en bij het fonds artistieke werken staat de kwaliteit
van het werk voorop en uiteraard geldt dat ook voor de incidentele
aankopen van de Bredase beroepskunstenaars.
Om hulp te bieden aan vooral aankomende kunstenaars zou een stimu
leringsfonds zeer nuttig kunnen zijn. Het gaat hier om een paar dui
zend gulden. Misschien kan de wethouder zeggen of dit bedrag be
schikbaar gesteld kan worden, mogelijk door dit bedrag af te schrij
ven van het bedrag, dat nu gereserveerd is voor het fonds artistieke
werken, waardoor de doelstelling van het fonds een wezenlijk karak
terwijziging zou ondergaan.
De heer SP ANJER zegt, dat in het antwoord op de door hem onder
volgnummer 203 gestelde vraag wordt gesteld, dat de schouwburg zelf
een kindervoorstellingen meer geeft, maar dat dit gedaan wordt door
e Stichting Jeugdrekreatie. Dit betekent, dat hierdoor het nadelig