258 2 FEBRUARI 1968 Hierna wordt hoofdstuk IX ongewijzigd vastgesteld. Ook de hoofdstukken X, XI, XII, XIII, XIV worden ongewijzigd vastgesteld. BEGROTINGSWIJZIGINGEN. De heer VAN GASTEL meent te mogen veronderstellen, dat door de verhoging van de presentiegelden voor de leden van de raad en van de afdelingen ook het presentiegeld voor de leden van het colle ge voor de verlening van de bijstand is verhoogd. Het is hem opgeval len, dat bij de voorliggende eerste wijziging van de begroting van de gemeentelijke sociale dienst hiermede geen rekening is gehouden. Wethouder VAN BOXTEL antwoordt, dat de mededeling daarom trent niet tijdig is ingekomen. Naar zijn mening zal dit bij de eerst volgende afzonderlijke begrotingswijziging aan de orde moeten ko men. De VOORZITTER zegt, dat thans de totale begroting voor het dienstjaar 1968 is aanvaard, nadat hij geconstateerd heeft, dat nie mand over de begroting stemming verlangt. Hij spreekt zijn respect uit voor de bijzondere constructieve wijze, waarop de begroting door de raad is behandeld. In zijn dankwoord betrekt hij ook de ambtena ren, die het college hebben geholpen bij dit grote werk. Verder dankt hij de stenografen, de bode, de politie, die zo trouw de openbare orde gehandhaafd heeft, de dames voor de koffie en de heer Quadekker, die daar ook iets bij gedaan heeft, de pers voor de verslagen in de krant. De heer VAN WERKHOOVEN dankt als nestor van de raad namens de gehele raad het college voor de prettige discussies die gehouden zijn bij de behandeling van de begroting. Hij is blij dat de bespre kingen op een bijzonder fijne manier zijn verlopen, dank zij ook de bereidwilligheid van het college om aan vele wensen van de raad te gemoet te komen. Hij spreekt de hoop uit, dat deze gezellige samen werking tussen college en raad nog vele jaren zal mogen blijven be staan. Hierna sluit de voorzitter te 22.30 uur de vergadering met het ge bruikelijk gebed.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 258