257 15 FEBRUARI 1968 Breda zo langs de Haagweg, enz. Hij heeft respect voor de specialisa tie van de Noord-West-Brabantse en hij heeft er begrip voor dat de wethouder dit ter sprake brengt, maar van de zijde van het gemeente bestuur moet men zich ook kunnen realiseren dat de concessie belang rijker is dan specialisatie in zeker opzicht. Een in eerste instantie reeds door spreker gestelde vraag, wil hij gaarne herhalen namelijk hoeveel water heeft in de afgelopen jaren het ener gie- en waterbedrijf geleverd aan de Noord-West-Brabantse Waterlei dingmaatschappij. Hij dacht namelijk dat er door het pompstation in de buurt van de Haagweg nog wel eens werd overgepompt in drogere perioden en niet omgekeerd. Indien hij abuis is wil hij dit gaarne er kennen Het inbrengen op vervangingswaarde, zoals door de wethouder is ge steld, heeft alleszins de instemming van de fractie. Dit is een uiting van gezond economisch denken. Blijkens het antwoord van de wethouder is er van buitenaf geen druk uitgeoefend. Hiermede is spreker's fractie gelukkig. Als liberalen menen zij dat een eigen pressie en eigen initiatieven veel belang rijker zijn. Spreker vindt het een gelukkige combinatie dat in de porte feuille van deze wethouder deze diversiteit van onderwerpen ter spra ke komt, namelijk waterverbruik is duidelijk een indicatie voor een beter cultureel niveau. Hij zou burgemeester en wethouders ermede willen complementeren dat zij de woorden van Aristoteles indachtig zijn geweest namelijk dat het enige criterium of een bestuur goed of slecht is, de manier is hoe ze voor hun waterhuishouding zorgen. De heer VAN DUÜL deelt mede dat de wethouder alleen is inge gaan op zijn opmerking betreffende het grotere samenwerkingsverband. Hij vindt het jammer dat de wethouder daarop niet wat concreter is geweest vooral omdat in de nota wordt gesteld dat in 1980 het opper vlaktewater zal moeten worden gebruikt. Dit is nog maar 12 jaar en men zal op dit moment er aandacht aan moeten gaan schenken. In dien echter over oppervlaktewater wordt gesproken, dan denkt spreker direct aan de waterwinning in de Biesbosch en hij is van oordeel dat zo de waterwinning voor ae randstad Holland daar kan gebeuren het mogelijk moet zijn voor de eigen watervoorziening daaraan mede te doen. Met nadruk wil spreker erop wijzen dat de boot niet gemist moet wor den en dat binnen het eigen Brabantse gebied kostbare investeringen moeten worden gedaan, die door samenwerking nagelaten hadden kun nen worden. De heer KROON zegt dat de wethouder heeft opgemerkt dat de re tributies niet 805.000, -- zijn in de begroting 1968, doch slechts f 102.000,--. Hij heeft de wethouder niet kunnen volgen omdat de winstuitkering ad f 226.000, -- ook gemist wordt. Dat is dus volgens de begroting 1968 in totaal f 328.000, --. Indien hij de wethouder oed begrepen heeft dan zal dit komen uit de 2/3 winstuitkering en e rente van het op rekening geboekte bedrag. Indien het zo is dan wordt het gat in de begroting gevuld en behoeft zijn bezwaar niet naar voren te komen. Spreker zou hierop gaarne een antwoord willen hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 282