15 FEBRUARI 1968 260 9. KREDIET VOOR UITBREIDING EN VERNIEUWING VAN HET GE MEENTELIJK WAGENPARK. De heer DE GUSEL deelt mede, dat onder de uitbreiding voor de brandweer vermeld staat de vervanging van de ladderwagen, bouwjaar 1931. In de toelichting hierop wordt gesproken dat deze wagen ver vangen zal worden door een nieuwe wagen, waarbij gedacht wordt aan een zogenaamde "Hoogwerker". Bovendien wordt nog vermeld dat de eisen inzake bediening en reikhoogte van de oude ladderwagen niet meer voldoende waren. Hij vraagt of de voorgestelde hoogwerker, die een nuttige hoogte heeft van 20 meter, voldoende is in verband met de hoogbouw, die momenteel in Breda wordt gebouwd. Is het niet verstandiger uit te kijken naar een voertuig, dat een hoger bereik heeft? Er zijn momenteel wagens in de handel, die een hoogtebereik hebben van 32 meter en die voorzien zijn van een korf. Vervolgens vraagt hij of, zo deze hoogwerker gekocht wordt, deze uitsluitend gebruikt wordt voor de brandweerdienst en ten slotte zou spreker gaarne vernemen of er soms iets bekend is over het gebruik van de hoogwerker in den lande. Er is maar een hoogwerker in heel Nederland in gebruik. De heer BROOIMANS zegt dat onder de specificatie van het ver voerbedrijf op de bijlage de vervanging voorkomt van een spoelwas- auto, bouwjaar 1957. Omdat hij de vorige keer heeft gezegd dat het niet nodig zou zijn een nieuwe spoelwasauto aan te schaffen, meent hij te mogen zeggen, dat bovengenoemde omschrijving niet juist ge kozen is. Bovendien wordt op bladzijde 2 van de toelichting een krediet aange vraagd van 15.000, -- voor laadkisten en containers. Hij vraagt of burgemeester en wethouders niet van mening zijn dat een apart voor stel beter op zijn plaats zou zijn? De heer BA.RIJ vindt onder de kop energie- en waterbedrijf de ver vanging van 3 bestelwagens, bouwjaar 1965. Spreker vraagt of hij hieruit moet afleiden dat deze bestelwagens na 2 jaar versleten zijn en uit de running genomen moeten worden. Als opbrengst van het af te voeren materiaal wordt onder dezelfde kop van het energie- en wa terbedrijf 2.000, -- genoemd. Dit is dus 250, -- per auto. Spreker vraagt zich af of de geraamde opbrengst niet erg laag is voor auto's, waarvan er 3 van het bouwjaar 1965 zijn. Wethouder GIELEN merkt op dat men het stuk goed moet lezen al vorens men over de hoogwerker het laatste woord kan spreken. Er staat namelijk dat er een ladderwagen van het bouwjaar 1931 vervangen moet worden. Deze ladderwagen heeft een hoogte van 18 meter en moet nog met de hand bediend worden. Daarnaast beschikt de gemeen te over een ladderwagen die een reikhoogte heeft van 25 meter, waar bij nog een extra laddertje uitgeschoven kan worden, waardoor zelfs een hoogte bereikt kan worden van 27 meter. In de toelichting staat vermeld dat er bij vervanging van eerstgenoemde ladderwagen gedacht wordt aan een zogenaamde hoogwerker. Indien vervanging geschiedt door een ladderwagen van 32 meter dan is het voorgestelde bedrag ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 285