15 FEBRUARI 1968
262
De heer Barij heeft over de 3 bestelwagens van het energie- en water
bedrijf gesproken. Dit zijn inderdaad 3 Daf-bestelwagens, zo zegt
spreker, die ongeveer l\ jaar gelopen hebben en waarmede 50. 000
km is gereden. Zij hebben veel geleden, door een grote variatie van
chauffeurs die deze bestelwagens bereden hebben. De vraag of het nu
weer Daf-bestelwagens zullen worden kan spreker niet beantwoorden,
omdat de zaak in onderzoek en studie is. De restwaarde van de wagens
is zo voorzichtig mogelijk gesteld omdat hierover nog niets bekend is.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
10. KREDIET AANSCHAFFING BESTELAUTO TEN BEHOEVE VAN HET
VERVOERBEDRIJF.
De heer BROOIMAN S gaat met het voorstel van burgemeester en
wethouders als zodanig akkoord, doch zou gaarne van burgemeester
en wethouders vernemen hoe het fonds voor niet-verzekerae risico's
is ontstaan en hoe het wordt gevoed.
Wethouder GIELEN merkt op dat de vraag van de heer Brooimans
toch wel een beetje buiten de orde is. Het voorstel gaat over de aan
schaffing van een auto, die vernield is en waarvan verhaal van de
schade op derden niet mogelijk is'. Deze wagen kan betaald worden
uit een bestaand fonds, waaruit dergelijke risico's kunnen worden op-
evangen. Toevallig is het bedrag van het fonds in het voorstel van
urgemeester en wethouders genoemd en nu is de vraag van de heer
Brooimans eigenlijk niet aan de orde: "vertel nu maar eens iets over
dat fonds".
Spreker moet opmerken dat dit eigenlijk niet tot zijn portefeuille be
hoort, doch tot die van zijn collega van financiën. Hij weet er echter
wel iets van en als de voorzitter het wenselijk vindt zal hij er iets
over vertellen.
De VOORZITTER is van oordeel dat dit beter uitgesteld kan worden.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
11. KREDIET AANSCHAFFING MACHINESTEN BEHOEVE VAN DE
DIENST VAN BEPLANTINGEN.
Overeenkomstig het voorstel wordt besloten.
12. KREDIET VOOR EXTERN ONDERHOUD PAND VEEMARKT STRAAT
66/66a.
De heer QUADEKKER zou gaarne willen weten - zo dit niet buiten
de orde valt - waarvoor het pand gebruikt wordt en wat de huuropbrengst
momenteel is.
De heer VAN DER WERFF wil naar aanleiding van de besprekingen
in de afdeling, waarin de heer Quadekker een deel van de vragen voor
zijn rekening nam, graag een andere vraag stellen namelijk welke